Samenvatting
Het zelf mogen bereiden is een van de privileges die apothekers hebben, de stamper en mortier zijn er illustraties van. Als enige beroepsgroep binnen de gezondheidszorg mogen apothekers beoordelen of een magistrale bereiding bij een bepaalde behandelvraag een oplossing kan bieden. De voornaamste wettelijke kaders waarbinnen apothekers mogen bereiden zijn de Geneesmiddelenwet en de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst.
Het bereiden van een geneesmiddel is een bijzondere vorm van farmaceutische zorg die de apotheker biedt aan patiënten die medicamenteuze behandeling behoeven, omdat er voor hen geen passend geregistreerd handelspreparaat beschikbaar is. Het vervaardigen en ter hand stellen van een magistrale bereiding is dan een goed stuk zorg vanuit de apotheek, gericht op de individuele behoefte van de patiënt.
Van belang is dat de apotheker erop toeziet dat het bereide preparaat farmacotherapeutisch werkzaam is, veilig is en van goede technische kwaliteit is.
Veel openbare apothekers voeren in de praktijk het beleid om wel de farmacotherapeutische werkzaamheid en veiligheid van een apotheekbereiding te beoordelen, maar besteden het technisch ontwerp en de daadwerkelijke bereiding (deels) uit aan een collega die vaak voor meerdere apotheken tegelijk bereidt. Deels om zichzelf te ontlasten, deels omdat ze er niet veel affiniteit mee hebben, en deels ook door de strenge regelgeving en dito handhaving vanuit de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
Al decennialang is de vaardigheid om zelf te bereiden bij veel apothekers in een sluimertoestand geraakt. Van het totaal aantal geneesmiddelterhandstellingen bedragen magistrale bereidingen nog maar enkele procenten.
Toch lijkt er een kentering te komen. Door de maatschappelijke discussie over de vaak exorbitante prijzen die de farmaceutische industrie voert voor – niet altijd even – innovatieve middelen, komt het oude ‘apothekersambacht’ weer in de schijnwerpers te staan. De overheid, immer uit op bezuinigingen in de gezondheidszorg, ziet het wel zitten dat apothekers door zelf te bereiden op veel goedkopere wijze patiënten van dezelfde geneesmiddelen kunnen voorzien waarvoor de farmaceutische industrie woekerprijzen vraagt. De overheid heeft de laatste jaren wat meer ruimte gecreëerd voor bereidende apothekers. Hierbij komen allerlei juridische vragen kijken op het gebied van bijvoorbeeld octrooirecht, voer voor juristen.
In deze nascholing wordt ingegaan op de wettelijke kaders die gelden rondom magistrale bereiding in de apotheek. Ook is er aandacht voor de voorwaarden en afwegingen die gelden voordat een apotheker het besluit neemt een magistrale bereiding uit te voeren. Daarnaast wordt uiteengezet welk gedoogbeleid de inspectie hanteert rondom collegiale doorleveringen. Verder komt aan bod welke eisen er gelden rondom de controle en kwaliteit van de bereiding. Tot slot worden de regelingen rondom de vergoeding van bereidingen besproken.
Belangrijk om op te merken is dat apotheekbereidingen deel uit maken van een groter geheel waar de apotheker zich mee bezighoudt: productzorg. Apothekers dragen er zorg voor dat patiënten het juiste geneesmiddel in de juiste toedieningsvorm in de juiste sterkte in handen krijgen. Productzorg is breder dan bereiden alleen, het heeft ook betrekking op het beschikbaar zijn van geneesmiddelen. Een regelrechte uitdaging in deze tijd waarin apothekers – en patiënten – steeds meer worden geconfronteerd met geneesmiddeltekorten, en er allerlei kunst- en vliegwerk nodig is om patiënten van het voor hen geschikte middel te voorzien. Een eigen bereiding kan dan een oplossing zijn.
Accreditatie
Dit programma voor openbaar apothekers is door de KNMP onder ID 404968 geaccrediteerd voor 4 uur. Deze accreditatie geldt tot 30-09-2021. De KNMP kent 4 accreditatiepunten toe als u de bijbehorende toets succesvol (≥ 60% beantwoord) hebt afgerond.
Inhoud
Inleiding
BLOK A Wettelijke kaders en regelgeving rond apotheekbereidingen
A1 Wettelijk kader rondom apotheekbereidingen
A2 Voorwaarden om over te gaan tot apotheekbereidingen
A3 Gedoogbeleid rondom collegiale bereidingen: IGZ-circulaires
BLOK B Bereiding in de apotheek
B1 Eisen en controle kwaliteit apotheekbereidingen
B2 Afspraken over bereidingen met andere zorgverleners
B3 Vergoedingsbeleid zorgverzekeraars
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
Toets voor apothekers 2020/4 Apotheekbereidingen
Auteur
Marc de Leeuw (1981) studeerde farmacie aan de Universiteit Utrecht. Hij behaalde het apothekersdiploma in 2005. Hij werkte na zijn afstuderen enkele jaren in verschillende openbare apotheken, waarna hij aan de slag ging als apotheker/redacteur bij het Pharmaceutisch Weekblad. Daarna werkte hij bij het Geneesmiddel Informatie Centrum (GIC) aan het opstellen van doseringsadviezen voor specifieke patiëntenpopulaties zoals dialysepatiënten, patiënten met morbide obesitas en patiënten die bariatrische chirurgie hebben ondergaan. Naast zijn werk bij het GIC specialiseerde hij zich in het schrijven van nascholingen en (medische) artikelen. Sinds juni 2019 richt hij zich volledig op het schrijven van nascholingen en (medische) artikelen als freelance medisch redacteur.
Financiële banden: de auteur heeft geen financiële banden die betrekking hebben op dit onderwerp.
Doelstellingen
Na afloop van deze nascholing:
- weet u welke wettelijke kaders gelden rondom apotheekbereiding;
- weet u welke voorwaarden gelden en welke afwegingen te maken zijn voordat u een geneesmiddel zelf gaat bereiden;
- wat het beleid van de inspectie is rondom collegiale doorlevering;
- welke eisen er gelden bij de controle en kwaliteit van magistrale bereidingen;
- welke afspraken u met collega-apothekers en artsen kunt maken rondom bereidingen;
- weet u welk vergoedingsbeleid geldt rondom apotheekbereidingen;
- weet u bereidingen ook te plaatsen in het bredere perspectief van productzorg.