Samenvatting
In de Nederlandse gezondheidszorg gaat circa 100 miljard euro om, afhankelijk van de exacte definitie. Zo hebben het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Cultureel Planbureau (CPB) alle hun eigen specifieke definitie. We hebben het dan overigens meestal over de gezondheidszorgkosten, met de nadruk op kosten, terwijl we ons de baten mogelijk niet altijd even goed realiseren. Met de gezondheidszorg wordt namelijk gezondheid 'geproduceerd'. Gezondheid die vervolgens een langer leven, werkzaam leven, levensgeluk, kwaliteit van leven en economische groei mogelijk maakt. Wederom afhankelijk van de exacte definitie betreft dit 13-15% van onze welvaart, uitgedrukt als percentage van ons bruto nationaal product (BNP). Dit percentage van ons BNP is ook iets waar we ons druk over maken: de groei van de kosten van de gezondheidszorg zou maximaal gelijke tred moeten houden met de groei van het BNP. Technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg voeren de druk echter op. Overleving in de oncologie en cardiologie is de afgelopen decennia fors verbeterd, maar de kosten zijn navenant behoorlijk gestegen. De demografische ontwikkeling helpt hier ook niet mee: dubbele vergrijzing met een steeds groter aandeel ouderen in de samenleving en binnen de ouderen/65-plussers een toenemend aandeel van 75-plussers, met toenemende zorgkosten naarmate de leeftijd stijgt. Verbeterde diagnostiek maakt het mogelijk eerder en meer ziekten vast te stellen en te behandelen. Berekeningen geven aan dat bij ongewijzigd beleid dergelijke ontwikkelingen kunnen leiden tot zorgkosten van tegen de 25% van ons BNP in 2050.
Accreditatie
Voor deze nascholing is voor openbaar apothekers voor 4 nascholingsuren accreditatie aangevraagd (ID 312571).
Inhoud
BLOK A Definitie en technische kant van farmaco-economie
A1 Farmaceutische markt: de rol van de farmaco-economie
A2 Betaalbaarheid van geneesmiddelen
A3 Techniek van een kosteneffectiviteitsanalyse
A4 Interpretatie van de ICER
BLOK B Richtlijnen en farmaco-economisch onderzoek
B1 Richtlijnen
B2 Ilustratie van farmaco-economisch onderzoek in de praktijk
B3 Afsluitende contextuele opmerkingen
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
Afsluitende toets
Over de auteur
Maarten Postma is hoogleraar Farmaco-economie aan de Rijksuniversiteit Groningen en hoogleraar Global Health Economics aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij heeft circa 500 publicaties op zijn naam staan, waaronder vele in gerenommeerde medische en (farmaco)economische internationale bladen. Hij is adviseur voor diverse overheden inzake geneesmiddelbeleid (waaronder Nederland, Wales en België), lid van UK’s Joint Committee of Vaccination & Immunization, adviseur voor vaccinbeleid bij de WHO en betrokken bij diverse
adviesraden voor specifieke geneesmiddelen en producenten. Hij beoordeelt onderzoeksvoorstellen voor de EU, de KNMP, Estonian Research Council en de Kazachstaanse Board for Science & Technology. Hij verzorgt onderwijs aan de universiteiten van Groningen, Bielefeld en
Ankara en is veelvuldig spreker op nationale en internationale congressen (recentelijk Vilnius, Praag, Bandung, Solo, Djokjakarta, Djakarta, Hanoi, Bisjkek, Londen, Parijs en Berlijn). Postma heeft tot op heden 35 collega’s naar een academische promotie begeleid en verricht momenteel
onderzoek met een team van circa 50 medewerkers, waarvan er circa 30 onderzoek verrichten binnen het kader van promotieonderzoek.
Belangenconflicten: Postma deed diverse wetenschappelijke projecten en zitting in adviesraden met vele farmaceutische bedrijven.
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Na afloop van dit nascholingsprogramma:
- kent u de kernbegrippen van de farmaco-economie;
- kan u de ontwikkelingen in de farmaco-economie plaatsen binnen het bredere kader van het geneesmiddelbeleid;
- kan u dergelijke ontwikkelingen tevens plaatsen binnen een internationaal kader voor de farmaco-economie;
- kan u de rol van de farmaco-economie plaatsen in de historische ontwikkeling en de huidige politieke constellatie;
- kan u een rechtoe-rechtaan farmaco-economische berekening uitvoeren;
- kan u specifieke farmaco-economische concepten – en de dilemma’s die erbij meespelen – benoemen en toelichten;
- kent u specifieke voorbeelden van geneesmiddelbeoordelingen waar de farmaco-economie een grote rol speelde, zowel t.a.v. vaccins, dure geneesmiddelen voor zeldzame ziekten en block-busters (zoals de NOAC’s);
- kan u specifieke richtlijnen voor farmaco-economisch onderzoek benoemen en de reikwijdte ervan toelichten.