Inhoud
In de afgelopen decennia is het aantal mensen dat lijdt aan de chronische longaandoening Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) sterk gestegen. Gebaseerd op huisartsenregistratiegegevens heeft momenteel ongeveer 2 procent van de Nederlandse populatie COPD. Vermoed wordt dat de prevalentie van COPD in de algemene bevolking vele malen hoger ligt als gevolg van onderpresentatie en onderdiagnostiek. COPD treft vooral mensen boven de 40 jaar en komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen. De inhaalslag van vrouwen met roken heeft er echter toe geleid dat de afgelopen twintig jaar de prevalentie bij vrouwen sterk is gestegen.
COPD is een langzaam progressieve aandoening met een forse impact op de kwaliteit van leven. COPD kent een hoge mortaliteit en de verwachting is dat in de komende twintig jaar COPD in de top drie zal staan van doodsoorzaken. Mensen met COPD ervaren longaanvallen (voorheen exacerbaties genoemd). Dit zijn acute episodes van aanhoudende klachtenverergeringen waarbij patiënten meer benauwd zijn en meer last kunnen ervaren van slijm, vermoeidheid en/of hoesten. Longaanvallen komen vaker voor naarmate de longfunctie slechter wordt. Longaanvallen versnellen de achteruitgang in longfunctie, beïnvloeden de kwaliteit van leven en drukken zwaar op de totale kosten van COPD door doktersbezoeken en ziekenhuisopnames. Voorkomen van en vroegtijdig behandelen van longaanvallen is momenteel een van de belangrijkste punten van aandacht in de behandeling van COPD.
Het belangrijkste behandeladvies bij COPD is stoppen met roken. De rol van luchtwegmedicatie bij de behandeling van COPD is, in tegenstelling tot bij bijvoorbeeld astma, beperkt. Luchtwegmedicatie bij COPD heeft als doel de klachten te verminderen door de bronchusconstrictie, die is ontstaan ten gevolge van de chronische ontstekingsprocessen, (deels) op te heffen. Ook kan het bij een subgroep van patiënten helpen longaanvallen te verminderen.
Ondanks de beperkte rol worden luchtwegmedicijnen bij COPD erg veel voorgeschreven. Al jarenlang staan deze luchtwegmedicijnen in de top-5 van medicijnen met de hoogste uitgaven, dat wil zeggen de meeste kosten en verstrekkingen. Hoewel er inmiddels al een ruime keuze is in preparaten en toedoeningsvormen, blijven nieuwe monopreparaten en combinatiepreparaten op de markt verschijnen. Dit maakt het lastig voor apothekers en artsen om het overzicht te bewaren en te bepalen wanneer welk luchtwegmedicijn voor de behandeling van COPD ingezet kan worden.
Accreditatie
Voor deze nascholing is voor openbaar apothekers voor 4 nascholingsuren accreditatie toegekend en 2 StipCo punten (ID 294445).
Inhoud
Blok A Medicamenteuze behandeling: stappenplan
A1 Casuïstiek
A2 Stappenplan en werkzaamheid
A3 Behandeling van longaanvallen
A4 Overige medicatie
A5 Nieuwe luchtwegmedicijnen
Blok B Behandeling met luchtwegmedicijnen: maatwerk
B1 Casuïstiek
B2 Bijwerkingen, interacties en contra-indicaties
B3 De juiste inhalator voor de juiste patiënt
B4 Therapietrouw en inhalatietechniek
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
Afsluitende toets
Over de auteur
Erik Bischoff is (kader)huisarts in het Universitair Gezondheidscentrum Heyendael op de campus van de Radboud Universiteit Nijmegen. Sinds zijn promotie op het onderwerp zelfmanagement van COPD en COPD-exacerbaties is hij als senioronderzoeker verbonden aan de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc, waar hij zich bezighoudt met onderzoeksprojecten gericht op het verbeteren van COPD-zorg en het bevorderen van de zelfregie van patiënten. Daarnaast coördineert hij de landelijke NHG-kaderopleiding Astma en COPD die huisartsen opleidt tot (regionaal) expert op het gebied van preventie, diagnostiek, behandeling en organisatie van zorg van astma en COPD.
Belangenconflicten: geen.
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Na afloop van deze nascholing:
- weet u meer over het medicamenteuze stappenplan voor de behandeling van COPD;
- bent u op de hoogte van de meest recente inzichten in de behandeling van longaanvallen bij COPD;
- kent u de plaats van de nieuwe middelen voor de behandeling van COPD;
- kunt u op basis van de te verwachten bijwerkingen, contra-indicaties en interacties beargumenteren welke luchtwegmedicijnen voor welke patiënten met COPD in aanmerking komen;
- kent u het belang van de keuze van het juiste device voor de juiste patiënt;
- heeft u gereflecteerd op uw eigen organisatie van medicatieverstrekking voor mensen met COPD en kunt u verbeterpunten benoemen.