Een miljoen Nederlanders gebruiken jaarlijks opioïden. Meestal niet voor de indicaties waarvoor ze zijn bedoeld, maar veelal voor (chronische) pijn aan het bewegingsapparaat. Bij chronische pijn zijn opioïden echter beperkt effectief en kennen ze wel veel risico’s. Om de toename in het opioïdegebruik te reguleren is in 2018 in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de taakgroep Gepast gebruik opioïden gestart. Na installatie van deze taakgroep is het gebruik van opioïden in Nederland tijdelijk gedaald, maar vanaf 2021 is het gebruik weer gestegen.
Vanaf november 2021 is er in de NHG-standaard Pijn meer aandacht gekomen voor problematisch opioïdgebruik en het afbouwen van opioïden. In deze nascholing bespreken we de praktische kennis uit de NHG-Standaard Pijn, de Handreiking afbouw opioïden en de meest recente onderzoeken.
De nascholing start in BLOK A met informatie over pijn, chronische niet-kankergerelateerde pijn en de behandeling met of zonder opioïden. Hierin worden de voor- en nadelen van opioïden en stoornissen in het gebruik van opioïden besproken.
In BLOK B ligt de focus op afbouwen van opioïden en de samenwerking met andere zorgverleners en de patiënt.
U als apotheker vervult een belangrijke rol in het voorkomen van overgebruik van opioïden en het voorkomen van schade door deze geneesmiddelen.
Accreditatie
Dit programma voor openbaar apothekers is door de KNMP onder ID 567450 geaccrediteerd voor 3 uur. U krijgt de punten toegekend als u de afsluitende toets succesvol (≥ 60 procent correct beantwoord) hebt afgerond.
Inhoud
BLOK A Pijn en behandeling met of zonder opioïden
A1 Pijn en definities
2 Gebruik van opioïden in Nederland
A3 Voor- en nadelen van opioïden
A4 Stoornis in het gebruik van opioïden
BLOK B Afbouwen van opioïden
B1 Waarom afbouwen?
B2 Aanpak afbouwen
B3 Samenwerking tussen patiënt, huisartsenpraktijk en apotheek
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Bijlage 1: voorbeeld uitnodigingsbrief
Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
Toets voor Apothekers 2024/4
Auteurs
Elsemiek Jansen-Groot Koerkamp is onderzoeker bij SIR Institute for Pharmacy Practice and Policy en de Universiteit Utrecht. Zij doet promotieonderzoek naar opioïdengebruik in de eerste lijn (TAPTOE-onderzoek, www.taptoeconsortium.nl). Daarnaast is ze werkzaam als openbaar apotheker in de Ommer Apotheek en Apotheek de Fenix. Zij heeft deze nascholing geschreven.
Deze auteur heeft geen financiële banden met de farmaceutische industrie, haar onderzoek wordt gesubsidieerd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in het kader van de NWO-ORC call (NWA.1160.18.300). Deze nascholing wordt hieruit niet gefinancierd. De inhoud is die van de auteur en weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen of het beleid van NWO. NWO is niet aansprakelijk voor eventueel gebruik van de gepubliceerde informatie. De auteur heeft geen bedrijfsbelangen met betrekking tot dit onderwerp.
Sanne Bakker-Verdoorn is senior onderzoeker en docent bij SIR Institute for Pharmacy Practice and Policy. Tot 2023 heeft zij gewerkt als openbaar apotheker in de Samenwerkende Apotheken Sliedrecht, Apotheek Vleuten en Apotheek Wilgendonk, in combinatie met promotieonderzoek bij SIR. In 2019 is zij gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht op haar proefschrift Clinical medication review – one step beyond. Computer rules or personal goals? Ze is lid van de richtlijncommissie module Minderen en stoppen van medicatie, onderdeel van de multidisciplinaire richtlijn (MDR) Polyfarmacie, en medeauteur van de bijbehorende kennisdocumenten. Ze heeft deze nascholing voor publicatie voorzien van feedback.
Deze auteur heeft geen financiële banden met de farmaceutische industrie, ontvangt geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en heeft geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.
Doelstellingen
Na afronding van deze nascholing:
- weet u waarom en in welke situaties opioïden wel of niet voorgeschreven moeten worden;
- weet u wat de risico’s zijn van opioïden;
- kent u alternatieven en verwijzingsmogelijkheden;
- kent u de voor- en nadelen van verschillende opioïden en de mogelijkheden tot switchen;
- kent u de DSM-5-definitie stoornis in het gebruik van middelen en weet u wat hiervoor de risicofactoren zijn;
- weet u hoe opioïden afgebouwd moeten worden;
- kent u mogelijke ontwenningsverschijnselen en de behandeling daarvan;
- kunt u met de huisartsen in uw FTO-groep met dit onderwerp aan de slag.