Samenvatting
Volgens gegevens uit de Multidisciplinaire Richtlijn Ziekte van Parkinson waren er in 2007 33 000 personen bekend met de ziekte van Parkinson Een schatting naar aanleiding van de ERGO-studie in Rotterdam, een langlopende epidemiologische studie onder ouderen, geeft aan dat er momenteel circa 61 000 mensen de ziekte hebben. Dus gemiddeld ruim 30 per apotheek! Veel meer dan men op basis van de cijfers zou denken. In de ERGO-studie bleek namelijk sprake te zijn van 38% onderdiagnostiek. Iedere apotheker heeft dus in ieder geval met parkinsonpatiënten te maken, zowel met als zodanig gediagnosticeerde als nog niet gediagnosticeerde patiënten en het aantal patiënten neemt alleen maar toe.
Maar weinig huisartsen zullen parkinsonpatiënten zelf behandelen, omdat behandeling gecompliceerd is en daardoor liever en beter aan een specialist overgelaten wordt. Bovendien wordt de behandeling met het ouder worden en progressie van de ziekte steeds gecompliceerder. Het is niet voor niets dat onder neurologen overgegaan wordt tot subspecialisatie en dat parkinsonpatiënten door bepaalde neurologen behandeld worden; net als bij epilepsie.
In deze nascholing ligt een sterk accent op de antiparkinsonmedicatie. De specialist schrijft voor en de huisarts verlengt de medicatie eventueel. De apotheker levert af en heeft er dus veel mee te maken. Dat is ook uitgebreid erkend in de Multidisciplinaire Richtlijn Ziekte van Parkinson. De apotheker heeft daarin een duidelijke plaats gekregen. Dat is in de in 2019 verschenen Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair risicomanagement (CVRM) wel anders. Daarin wordt de apotheker totaal niet genoemd.
De ziekte van Parkinson
De hiervoor beschreven ontwikkeling in het voorschrijven door een specialist en dat het steeds lastiger wordt de ziekte met medicatie onder controle te houden heeft te maken met de aard van de ziekte. Al lang voordat de ziekte zich openbaart, zijn er dopamineproducerende neuronen te gronde gegaan. Op een gegeven moment zijn er zoveel neuronen te gronde gegaan en is de dopamineproductie zo veel lager geworden, dat dit tot uitdrukking komt in verschijnselen en klachten.
Als die verschijnselen en klachten in de ogen van de patiënt een bepaalde ernst bereikt hebben, wordt medicatie gegeven. Vroeger wilde men nog wel eens wachten met het geven van medicatie, vooral met het geven van levodopa. Men dacht dat in een vroeg stadium levodopa geven gepaard ging met het vroeg optreden van bijwerkingen. Nu weet men beter: het zijn geen bijwerkingen die optreden, maar het is de progressie van de ziekte die maakt dat de reactie op de medicatie afneemt en verandert en dat er dyskinesieën ontstaan. Dit komt in deze nascholing aan de orde.
Is de ziekte van Parkinson erfelijk? Waarom krijgen zoveel patiënten met de ziekte van Parkinson een depressie en/of dementie? Waardoor vallen patiënten met deze ziekte zo vaak en is daar niets tegen te doen? Overlijden mensen met deze ziekte eerder dan mensen zonder de ziekte? Allemaal vragen waarop in deze nascholing antwoord wordt gegeven.
Geneesmiddelen
Tegenwoordig hoort antiparkinsonmedicatie door een specialist te worden voorgeschreven. Bij voorkeur een in bewegingsstoornissen gespecialiseerde neuroloog of een geriater met veel kennis van de ziekte van Parkinson. De huisarts zal behalve eventuele herhaalreceptuur weinig parkinsonmiddelen voorschrijven, maar tijdens andere contacten met de parkinsonpatiënt krijgt hij de medicatie wel onder ogen en moet er rekening mee houden.
Veel patiënten reageren goed op medicatie, maar valt het u ook op dat het effect van de medicatie in de loop der tijd vrijwel altijd afneemt? En dat dosisverhoging vaak nodig is? En dat die dosisverhoging (op een gegeven moment tot zes- à achtmaal daags) na verloop van tijd ook niet meer voldoende resultaat heeft? En dat een geneesmiddel met een normaal afgiftepatroon gegeven wordt en hetzelfde middel met een vertraagd afgiftepatroon? De vraag is waarom dit allemaal gebeurt. En waarom worden er meer verschillende geneesmiddelen gegeven?
Is het verloop van de ziekte te beïnvloeden en wordt er met medicatie niet alleen achter de feiten aangelopen? Het antwoord op al deze vragen is in deze nascholing te vinden.
Vroeger werd de ziekte van Parkinson met anticholinergica behandeld. Welke oudere apotheker kent niet het gebruik van orfenadrine? Toentertijd was dat een uitvinding. Het was het eerste middel dat verlichting gaf bij de ziekte van Parkinson. Dit middel bestaat niet meer. Wat is nu de plaats van de verschillende geneesmiddelgroepen? Zijn de nieuwere middelen of nieuwere toepassingen beter dan de oudere of hebben ze minder bijwerkingen? U ziet dat er bij sommige personen met de ziekte van Parkinson direct met levodopa begonnen wordt en bij andere niet, terwijl dat toch het beste middel is.
Accreditatie
Dit programma voor openbaar apothekers is door de KNMP onder ID 396773 geaccrediteerd voor 3 uur. Deze accreditatie geldt tot 30-04-2021. De KNMP kent 3 accreditatiepunten toe als u de bijbehorende toets succesvol (≥ 60% beantwoord) hebt afgerond.
Inhoud
Inleiding
BLOK A Oorzaak, symptomen en bijkomende ziekten
A1 Aard, oorzaak en prevalentie van de ziekte
A2 Symptomatologie
A3 Diagnose en differentiële diagnose
A4 Bijkomende ziekten: depressie, dementie, psychose en impulscontrolestoornis
BLOK B Ziektebeloop en behandeling
B1 Ziektebeloop en niet-medicamenteuze behandeling
B2 Medicamenteuze behandeling
B3 Diversen
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
Toets voor apothekers 2020/2 Ziekte van Parkinson
Auteur
Gert van Lieshout is arts en oud-huisarts. Na achttien jaar fulltime huisarts te zijn geweest, is Gert parttime als huisarts gaan werken en is hij zich met nascholing gaan bezighouden. Als een van de oprichters van AccreDidact is hij zestien jaar actief geweest met het ontwikkelen van schriftelijke geaccrediteerde nascholing voor huisartsen, apothekers, doktersassistenten en apothekersassistenten. Momenteel geeft hij mondelinge geaccrediteerde nascholing aan apothekers en ontwikkelt hij schriftelijke geaccrediteerde nascholing.
Per 1 januari 2018 is zijn licentie als basisarts voor vijf jaar verlengd na het succesvol afleggen van de examens voor herregistratie basisarts aan het VUmc Amsterdam.
Financiële banden: de auteur heeft geen financiële banden die betrekking hebben op dit onderwerp.
Doelstellingen
Na afronding van dit nascholingsprogramma hebt u uw kennis over de ziekte van Parkinson opgefrist en geactualiseerd. Dit leerdoel bereikt u doordat u:
- op de hoogte bent van de laatste stand van zaken betreffende symptomatologie en diagnostiek van de ziekte;
- hebt stilgestaan bij de niet-medicamenteuze behandeling van de ziekte;
- op de hoogte bent van de laatste stand van zaken betreffende de farmacotherapie en de bijwerkingen van antiparkinsonmedicatie;
- hebt kennisgenomen van de bijkomende neuropsychiatrische complicaties van de ziekte van Parkinson zoals depressie, dementie, psychose en impulscontrolestoornis;
- beter toegerust bent voor de rol die u als apotheker met uw team kunt vervullen bij patiënten met de ziekte van Parkinson.