Samenvatting
De geneeskundige praktijk
Bij ‘herpesinfecties’ denken we bijna automatisch aan een koortslip en herpes genitalis. Er zijn echter veel meer herpesvirussen dan dat en infecties komen vaak voor. De verzamelnaam voor herpesvirussen die bij de mens voorkomen is ‘humaan herpes virus’, afgekort: hhv.
Dit nascholingsprogramma gaat in op de acht verschillende soorten hhv. De eerste twee soorten kennen we allemaal en 50-70% van de Nederlandse bevolking is drager: het herpessimplexvirus (hsv). Het herpessimplexvirus wordt gesplitst in type 1 (hsv-1, meestal verantwoordelijk voor herpesinfecties van gezicht en lippen, de koortslip valt hieronder) en type 2 (hsv-2, meestal de oorzaak van herpesinfecties rond de geslachtsorganen, belangrijkste en bekendste: herpes genitalis). Ook de andere soorten kunnen je bekend voorkomen, maar misschien wist je niet dat het om herpesinfecties gaat. Zo vallen waterpokken onder hhv-3, is de ziekte van Pfeiffer onderdeel van hhv-4 en kan de bekende kinderziekte ‘zesde ziekte’ veroorzaakt worden door hhv-6 en hhv-7.
De eerste besmetting wordt een primaire of primo-infectie genoemd. Het is afhankelijk van de soort herpes of de primo-infectie wordt opgemerkt (met de typische klachten: symptomatische besmetting) of niet (zonder de typische klachten: asymptomatische besmetting). Na de primo-infectie trekt het virus zich terug in zenuwknopen en blijft daar levenslang aanwezig. Door verminderde weerstand bij bijvoorbeeld stress, ziekte en menstruatie kan het virus weer opvlammen. Deze reactiveringen zijn welbekend van koortslippen na zonnebrand: je ziet die aan de balie terug met vragen om zovirax en/of patches. Ook voor reactiveringen geldt dat ze bij de ene soort milder en bij de andere soort heftiger kunnen verlopen.
In dit nascholingsprogramma voor apothekersassistenten zullen de verschillen tussen de diverse herpesvirussen en hun wijze van reactiveren worden besproken. Dit kan je helpen bij je functie als vraagbaak en voorlichter voor de patiënt. Daarnaast is het goed te weten dat meerdere al langer bekende ziekten of huidafwijkingen door een van de herpesvirussen veroorzaakt blijken te worden.
De farmaceutische praktijk
Infecties met hsv kunnen worden behandeld met geneesmiddelen die de vermeerdering van het virus remmen. Er zijn geen geneesmiddelen beschikbaar die het virus doden. De infectie kan dus na de behandeling regelmatig terugkomen. Maar wat kan er dan wel bereikt worden met de huidige therapieën en wanneer moeten ze worden ingezet?
Lokale antivirale therapie blijkt hoogstens enig effect te hebben in bepaalde subgroepen. Wanneer kan enig effect van crèmes verwacht worden, wat is het tijdstip waarop gestart moet of nog kan worden, wat is de duur van het gebruik etc.? Er is ook indifferente lokale therapie ter verlichting van klachten van huidafwijkingen of jeukstillende lokale therapie bij waterpokken. Zijn deze mogelijkheden voldoende bekend?
Orale antivirale therapie is in een aantal gevallen van een herpesinfectie mogelijk, maar dit aantal is beperkt. De huisarts moet de indicaties kennen, maar het is goed dat ook de apotheker en de apothekersassistenten hiervan op de hoogte zijn. Wat is de huidige stand van zaken? Postherpetische neuralgie is een vervelend probleem waarop we vanwege de omvang van dit nascholingsprogramma niet verder kunnen ingaan.
Accreditatie
Deze nascholing is geaccrediteerd onder ID 119254/12.511 en levert voor zowel KAOF als KAA 3 punten voor herregistratie op.
Inhoud
BLOK A Herpessimplexvirus type 1 en type 2
A1 Herpesvirussen en corresponderende afwijkingen
A2 Herpessimplexvirus type 1 (hsv-1)
A3 Herpessimplexvirus type 2 (hsv-2)
BLOK B Humane herpesvirussen (hhv) typen 3 t/m 8
B1 Casuïstiek
B2 Varicellazostervirus (vzv of hhv-3)
B3 Herpesvirussen hhv-typen 4 t/m 8
Actie en verantwoording
Literatuur
Nadere bespreking van casuïstiek en vragen
Auteur
Marjolijn Vijverberg is apotheker en twaalf jaar werkzaam geweest als openbaar apotheker. Sinds enkele jaren is zij werkzaam als auteur van schriftelijke geaccrediteerde nascholing aan apothekers en apothekersassistenten.
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Algemeen leerdoel: na afronding van dit nascholingsprogramma ken je de belangrijkste vormen van herpesinfecties en kun je patiënten op doelgerichte wijze helpen bij het toepassen van niet-medicamenteuze behandelingen en het toelichten van medicamenteuze behandelingen.
Dit leerdoel bereik je na het afronden van dit programma doordat je:
- weet welke herpesvirussen afwijkingen veroorzaken bij de mens, welke afwijkingen dat zijn en hoe het natuurlijk beloop is;
- de stand van zaken op het gebied van lokale behandeling van herpesafwijkingen kent;
- weet wanneer orale therapie ingezet wordt en wat de eigenschappen zijn van de verschillende antiherpetica;
- kennis is opgefrist omtrent jeukstillende middelen bij waterpokken, zeker bij kinderen.