Samenvatting
Bij kanker komen vaak nog veel andere klachten of ziekten voor en bij vele daarvan is pijn een belangrijk symptoom. Als er uitzicht is op genezing van de kanker, komt bij ongeveer een derde van de patiënten pijn voor. Als er uitzaaiingen (metastasen) van kanker bestaan of als kanker al ver gevorderd is, komen pijnklachten vaker voor dan bij een derde van de patiënten. Tegen de tijd dat patiënten gaan overlijden aan kanker heeft zelfs driekwart van de patiënten pijn.
Bij de helft van de patiënten die pijn bij kanker hebben, wordt de pijn onvoldoende behandeld. De ene soort kanker geeft wel vaker pijn dan de andere soort, maar pijn komt bij kanker gewoon veel voor. En dat maakt veel patiënten bang, niet alleen voor de lichamelijke gevolgen van pijn maar ook voor de geestelijke gevolgen. Veel mensen zijn bang of hebben een depressie.
Zowel artsen als patiënten voelen weerstand om een sterke pijnstilling in te zetten, terwijl alleen sterke pijnstilling effectief kan zijn. Het eerder en nauwgezetter toepassen van de beschikbare richtlijnen zou bij een veel groter aantal patiënten voor voldoende pijnverlichting kunnen zorgen dan nu gehaald wordt.
In deze nascholing staan we eerst stil bij de redenen om geen sterke pijnstilling te geven. Dat begint bij het serieus nemen van pijn, het meten van pijn en het vaststellen van de soort pijn. Verder gaan we in op een uitgebreide aanpak van pijn, die bij patiënten met kanker van extra veel waarde is. Een belangrijk aspect is de organisatie van de zorg, juist in de laatste levensfase van de patiënt. Hierbij komt onder andere de taakverdeling tussen artsen, andere zorgverleners en de apotheker aan bod. Dit alles is te vinden in BLOK A.
In BLOK B bespreken we eerst de behandeling met opioïden, de zogenoemde stap 3 van de pijnladder van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Vervolgens wordt aandacht besteed aan de behandeling van doorbraakpijn. Naast de specifieke pijnstillers worden nog tal van andere middelen als analgeticum ingezet. Het inzetten van deze laatste middelen is wetenschappelijk niet altijd goed onderbouwd. De bespreking van deze brede groep van ‘adjuvante analgetica’ en ten slotte van een aantal speciale patiëntencategorieën vormen de laatste twee onderdelen van BLOK B.
BLOK A Achtergrondinformatie over pijn bij kanker
A1 Diagnostiek van pijn bij patiënten met kanker
A2 Integrale aanpak en organisatie van de behandeling
BLOK B Behandeling van patiënten met pijn bij kanker
B1 Behandeling met opioïden
B2 Behandeling van doorbraakpijn
B3 Behandeling van neuropathische pijn
B4 Bijzondere patiëntencategorieën
Actie en verantwoording
Bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Facultatief*: Overleg met collega's en de apotheker(s)
Facultatief*: Opdrachtblad ‘Opnemen in het takenpakket’
* In iedere AccreDidact-nascholing wordt eveneens aandacht gevraagd voor het bespreken van (aandachtspunten in) de lesstof met collega’s en apothekers. Dit overleg bevelen we vanwege de implementatie van cursusstof warm aan, het betreft echter een facultatief onderdeel: de tijdsbesteding hiervan is niet opgenomen in de studiebelastinguren (SBU).
Auteurs
Paul Lieverse is anesthesioloog en pijnbehandelaar in het Erasmus MC Kanker Instituut (voorheen: Daniel den Hoed Kliniek). Daarnaast verzorgt hij regelmatig onderwijs over pijnbehandeling en palliatieve zorg, zoals voor de Kaderopleiding Palliatieve Zorg.
Gert van Lieshout is arts en oud-huisarts. Na achttien jaar fulltime huisarts te zijn geweest, is Gert parttime als huisarts gaan werken en is hij zich met nascholing gaan bezighouden. Als een van de oprichters van AccreDidact is hij zestien jaar actief geweest met het ontwikkelen van schriftelijke geaccrediteerde nascholing voor huisartsen, apothekers, doktersassistenten en apothekersassistenten. Momenteel geeft hij mondelinge geaccrediteerde nascholing aan apothekers en ontwikkelt hij schriftelijke geaccrediteerde nascholing.
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Algemeen leerdoel: na afronding van deze nascholing ben je op de hoogte van de laatste stand van zaken over pijn bij kanker. Je bent dan bekend met de belangrijkste informatie uit de richtlijnen voor specialisten en de NHG-Standaard voor de huisarts. Verder weet je hoe je met het apotheekteam de therapietrouw kunt bevorderen en heb je handvatten gekregen voor bespreekpunten in overleg met je apothekers en collega’s.
Dit leerdoel bereik je na het afronden van deze nascholing, doordat je:
- meerdere keren hebt stilgestaan bij bespreekpunten over dit onderwerp met apothekers en je collega’s;
- weet welke barrières een bevredigende pijnbehandeling in de weg staan;
- op de hoogte bent van het belang van een uitgebreide benadering van pijn bij kanker;
- weet hoe je therapietrouw kunt bevorderen;
- de relevante farmacokinetische aspecten van de sterk werkende opioïden kent;
- weet hoe de belangrijkste bijwerkingen van opioïden behandeld kunnen worden;
- op de hoogte bent van de diverse vormen van behandeling van doorbraakpijn;
- de belangrijkste middelen voor de behandeling van neuropathische pijn bij kanker kent;
- het onderscheid tussen gewenning en verslaving kent.