WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

2013/3

KNO-triage

Auteur: Poels, P.
3
Accreditatiepunten verlopen op: 5 september 2015
Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

Samenvatting

Keel-, neus- en oorheelkundige aandoeningen komen veel voor in de huisartsenpraktijk. Dat is ook logisch, want de zintuigen evenwicht, gehoor, reuk en smaak behoren tot dit specialisme. Enige ervaring en routine op dit gebied zijn voor de assistente dan ook een must. Stoornissen op een van deze gebieden geeft al snel een loop naar de huisartsenpraktijk: Hoeveel mensen willen niet even hun oor laten uitspuiten? Naar een jeukend oor in de zwemperiode laten kijken? Bij jou een briefje halen voor de KNO-arts op verzoek van de audicien? De verontruste moeder die je belt met een briefje van de logopediste in verband met een verminderd gehoor op school.

De huisarts verwijst regelmatig naar de KNO-arts. Toch kan er met enige kennis van zaken ook veel in de eigen praktijk gebeuren. Tijden veranderen ook: recent is gebleken dat het knippen van keel- en neusamandelen minder effectief is bij kinderen. Er wordt dus minder geopereerd. Maar wat moet je dan wel met deze klachten? De assistente wordt er in ieder geval vaak als eerste mee geconfronteerd.

Vanwege de omvang van deze nascholing komen niet alle facetten van de KNO-heelkunde aan bod. Er is gekozen om die onderdelen meer aandacht te geven waar een assistent het meest mee te maken krijgt en waarbij je door eigen inbreng de huisarts in de praktijk goed kan helpen. Met name op het gebied van het gehoor/oor liggen veel vaardigheden (audiogram, oren uitspuiten, otoscopie, stemvorkproeven) die een assistent zelf kan doen. Hiervoor zijn ook ‘Modernisatie en Innovatie-tariefverrichtingen’ vastgesteld. Hoewel een bloedneus natuurlijk ook wel eens voorkomt, is de rol van de assistent in de behandeling hiervan veel beperkter.

Accreditatie

Dit nascholingsprogramma is voor 3 punten geaccrediteerd onder ID157240 voor doktersassistenten bij CADP van de NVDA.

Inhoud

BLOK A Veelvoorkomende KNO-aandoeningen
A1 Een dicht gevoel in het oor
A2 Wat zeggen ze allemaal?
A3 Een jeukend en soppend oor
A4 Oorpijn bij kinderen
A5 Beetje doof
A6 Knippen of afwachten?

BLOK B Behandeling en andere mogelijkheden
B1 Behandeling ceruminose
B2 Behandeling presbyacusis
B3 Behandeling otitis externa
B4 Behandeling van OMA
B5 Behandeling van OME
B6 Behandeling van tonsillitis

Actie en verantwoording

Antwoorden bij vragen en casuïstiek
Literatuur
Overleg met collega’s en huisarts(en)
Opdrachtblad ‘Opnemen in het takenpakket’
Afsluitende toets

Auteur

Dr. Patrick Poels is huisarts en onderzoeker te Huissen. Hij heeft onderzoek gedaan naar stemplooi-afwijkingen (KNO-heelkunde in Veghel). Hij is als onderzoeker verbonden geweest aan het Nederlands onderzoek naar het nut van het knippen van keel- en neusamandelen bij kinderen (WKZ, UMC Utrecht). Hij promoveerde in 2008 op het proefschrift Spirometrie ondersteuning in de huisartspraktijk. Daarnaast verzorgt hij vanuit zijn eigen bedrijf nascholingscursussen voor doktersassistenten.
Belangenverstrengeling: geen

Doelstellingen van dit nascholingsprogramma

Algemeen leerdoel: na afronding van dit nascholingsprogramma zijn je kennis en inzicht over veel voorkomende KNO-aandoeningen vergroot. Daardoor ben je beter in staat de praktische vragen van patiënten die bellen voor een advies te beantwoorden. Dit leerdoel bereik je na het afronden van dit programma, doordat je:

  • kennis hebt van de meest voorkomende oorproblemen;
  • kennis hebt van de meest voorkomende keelproblemen;
  • de belangrijkste therapie van OMA en OME en OE kent;
  • de belangrijkste therapie van tonsillitis kent.

Bronnen bij dit programma

Let op: toegang tot aanvullende content is voorbehouden aan deelnemers
Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

  • KABIZ

    KABIZ
  • NVDA

    NVDA

Inloggen