Samenvatting
Als we denken over allergische aandoeningen, dan komen vooral in onze gedachten: hooikoorts, allergisch reageren van de huid, voedselallergie en allergisch reageren op bijen- en wespensteken. Deze zullen dan ook alle aan de orde komen.
Hooikoorts
Het treft dat er zeer recentelijk een actualisering van de NHG-Standaard Allergische en niet-allergische rinitis verschenen is. Deze zal dan ook gebruikt worden voor de teksten van deze nascholing. De vorige standaard was uit 2006, maar de tijd en de wetenschap hebben niet stilgestaan.
Waar voorheen werd gedacht en geschreven dat het hooikoortsseizoen liep van half mei tot en met augustus, weten we nu helaas beter. Het loopt wel van februari tot en met november. De natuur is ook veranderd! Daarnaast komt er veel meer aandacht voor het min of meer invaliderende gevolg van het hebben van ernstige klachten van allergische rinitis.
Ook wordt steeds vaker een verband gezien tussen allergische rinitis en astma. Een adequate behandeling van allergische rinitis zou gunstig uitwerken op het ontstaan en het beloop van astma.
Allergisch reageren van de huid
We weten al heel lang dat er vier typen van allergisch reageren zijn, waarvan het allergisch reageren van de huid type IV is. Dit komt frequent voor. Echter, het aantal gevallen van huidallergie dat een aanwijsbare oorzaak heeft, is niet duidelijk gestegen. Daarom lijkt het goed de verschillende allergieveroorzakende factoren nog eens op een rij te zetten. Wellicht wordt dan eerder een verband gelegd.
Voedselallergie
Deze komt veel minder vaak voor dan gedacht wordt. Daarnaast blijkt de diagnose vaak ten onrechte gesteld te worden, zeker als die alleen gesteld wordt op de anamnese en/of op bepaling van IgE-antilichamen. We staan daar goed bij stil.
Allergisch reageren op bijen- of wespensteken
Een bekende en door een aantal patiënten gevreesde allergie is die op bijen- en wespensteken. Wanneer moet er alert gereageerd worden door de medicus? Hoe groot is de kans dat een anafylactische reactie zich herhaalt? En is de reactie ernstiger dan bij de voorafgaande keer? Is de behandeling van een anafylactische reactie nog gewijzigd de laatste tijd? Allemaal vragen die meer of minder leven bij patiënten en waar een antwoord op gegeven wordt.
Behandeling
Bij de behandeling van allergieën wordt vrijwel uitsluitend aan farmacotherapie gedacht. De indruk bestaat dat we lang niet voldoende − en zeker niet bij herhaling − aandacht besteden aan de niet-medicamenteuze maatregelen, zoals het vermijden van contact met allergenen, sanering, eliminatie van prikkels et cetera.
En hoe staat het met de preventieve adviezen, vooral bij atopische families? Werkt het geven van borstvoeding preventief? Is het waar dat hoezen om matrassen bij huisstofmijtallergie niet meer aangeraden worden? Zijn er tegenwoordig nog andere niet-medicamenteuze adviezen waar de apotheek een rol bij kan spelen?
Medicamenteus is er de laatste jaren niet veel veranderd wat betreft de behandeling van allergieën. Maar is het propageren van combinatietherapie bij allergische rinitis van meerwaarde voor de patiënt of toch niet? En hoe wordt er nu aangekeken tegen immunotherapie bij allergische rinitis? Nuttig? Of nog steeds alleen bij ernstige en langdurige klachten?
Allemaal vragen die kunnen leven en beantwoord kunnen en moeten worden voor een adequaat functioneren als apotheker anno 2018.
Accreditatie
Voor deze nascholing is voor openbaar apothekers voor 4 nascholingsuren accreditatie toegekend (ID 336112) en 2 StiPCo punten.
Over de auteur
Gert van Lieshout is arts. Na achttien jaar fulltime huisarts te zijn geweest, is hij parttime gaan werken en is hij zich met nascholing gaan bezighouden. Als een van de oprichters van AccreDidact is hij zestien jaar actief geweest met het ontwikkelen van schriftelijke, geaccrediteerde nascholing voor huisartsen, apothekers, doktersassistenten en apothekersassistenten. Momenteel geeft hij mondelinge, geaccrediteerde nascholing aan apothekers en ontwikkelt hij schriftelijke, geaccrediteerde nascholing.
Zijn inschrijving als arts in het BIG-register is per 2018 voor vijf jaar verlengd na het slagen voor de daartoe verplichte modules Basiskennis, Klinisch Redeneren en Klinische Vaardigheden aan het VUmc te Amsterdam.
Belangenconflicten: geen.
Inhoud
BLOK A Omschrijvingen, typen allergie en allergische ziektebeelden
A1 Omschrijvingen en typen allergische reacties
A2 Casuïstiek
A3 Allergische ziektebeelden
BLOK B Niet-medicamenteuze en medicamenteuze behandeling
B1 Vervolg van de casussen
B2 Niet-medicamenteuze behandeling
B3 Medicamenteuze behandeling
B4 Antwoorden op de casussen en de vragen
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
Afsluitende toets
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Na afronding van dit nascholingsprogramma:
- is uw kennis over allergische aandoeningen en klachten geactualiseerd;
- bent u op de hoogte van de medische en farmaceutische kanten daarvan;
- bent u beter in staat patiënten die in de apotheek komen voor advies, preparaat of met vragen te begrijpen en te begeleiden wanneer ze vragen hebben over hun ziektebeeld of klachten en de behandeling daarvan.
Dit leerdoel bereikt u na het afronden van dit nascholingsprogramma, doordat u:
- kennis hebt genomen van de inhoud van de zeer recentelijk verschenen geactualiseerde NHG-Standaard Allergische en niet-allergische rinitis;
- uw kennis van allergisch reageren van de huid geactualiseerd hebt;
- de laatste stand van zaken weet betreffende de behandeling van allergisch reageren op insectensteken;
- geoefend hebt met ‘papieren’ patiënten.