Samenvatting
Terwijl u nog bezig was zich de veranderingen in de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 van 2018 eigen te maken om op gelijk niveau met de huisartsen en praktijkondersteuners (POH’s) te kunnen communiceren, komt het NHG eigenlijk bij verrassing alweer met een milde aanpassing in mei 2021 en in november 2021 met een forse aanpassing van de versie uit 2018. De niet-medicamenteuze behandeling werd in mei aangepast en in november de medicamenteuze behandeling. Er staan nogal wat nieuwe richtlijnen in de laatste versie die goed gelezen en overdacht moeten worden en een implementatie in het dagelijks praktiseren moeten krijgen. Dit geldt zowel voor de huisarts, de POH’s als de assistenten. De nieuwe richtlijnen gelden niet alleen voor nieuwe patiënten met type 2-diabetes met in de aangepaste standaard genoemde zeer hoge risicofactoren op het krijgen van hart- en vaatziekten, maar ook voor bestaande patiënten met type 2-diabetes die al glucoseverlagende medicatie krijgen.
Diabetes mellitus type 2 komt niet alleen steeds vaker voor, de aandoening blijkt ook steeds meer een lelijke ziekte, doordat patiënten met type 2-diabetes veel vaker cardiovasculaire complicaties krijgen en vele jaren eerder overlijden dan personen zonder diabetes mellitus. De factoren die in hoge mate bijdragen aan cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit zijn nu geïdentificeerd en benoemd en worden door de komst van de nieuwe groepen bloedglucoseverlagende middelen beter beperkt in hun gevolgen voor het welbevinden van die patiënten met een zeer hoog risico.
Het woord diabetes is afkomstig van het oude Byzantijns-Griekse woord ‘diabètès’. Dit betekent ‘ziekte die door het lichaam heen gaat’. Daar klopt veel van. Het verhoogde glucosegehalte richt in het hele lichaam schade aan: in de bloedvaten, het hart, de nieren, de ogen, het zenuwstelsel enzovoort.
De toevoeging ‘mellitus’ slaat op de glucose die de urine van diabeten bevat. Anders dan de ziekte diabetes insipidus die niet gepaard gaat met suiker in de urine. Met de losse term diabetes wordt altijd diabetes mellitus bedoeld.
Type 1 werd voorheen jeugddiabetes genoemd en type 2 ouderdomsdiabetes. Dit is niet meer het geval. Type 1 kan ook op oudere leeftijd ontstaan en type 2 ook op jongere leeftijd bij kinderen en tieners met adipositas. Omdat veel patiënten met type 2-diabetes op den duur insuline moeten gaan gebruiken, wordt ook insulineafhankelijkheid niet meer genoemd in de onderscheiden diabetestypen. Patiënten met type 2-diabetes worden door insulinegebruik geen patiënten met type 1-diabetes. Ze blijven patiënten met type 2-diabetes met alle mogelijke complicaties van dien.
We weten dat een nauwgezette behandeling van de diabetes gepaard gaat met een reductie van het risico op optreden van cardiovasculaire en neurologische complicaties. Die behandeling bestaat uit het streven naar normoglykemie, maar zeker zo belangrijk is het streven naar normotensie en het verlagen van het cholesterolgehalte, min of meer onafhankelijk van de hoogte van het cholesterol. Sterker nog: anno nu wordt het vrijwel zinloos geacht om alleen het bloedglucosegehalte te reguleren, zonder grote aandacht voor de bloeddruk en de lipiden. Dat heeft tot gevolg dat tegenwoordig nogal wat medicamenten voorgeschreven worden bij de adequate behandeling van diabetes mellitus type 2.
Beperking van deze nascholing
De minimaal vast te leggen gegevens over de diabeteszorg zijn niet in deze nascholing opgenomen. Die zijn samengevat in de diabetes kernset (NAD/NDF 2012) en goedgekeurd door het NHG (zie www.diabetesfederatie.nl/zorg/data-en-indicatoren.html). Raadpleeg voor de beschrijving van de diabetesindicatoren de website van het NHG: Overzicht en definitie van diabetesindicatoren huisartsenzorg (2012) en Overzicht van de NHG/LHV-indicatoren diabeteszorg, de subset van indicatoren vastgesteld door Bureau ZiZo huisartsenzorg en Chronische Zorg’ (2011).
Accreditatie
Dit programma is door KABIZ voor Farmaceutisch Consulenten geaccrediteerd voor 4 uur. De accreditatiepunten worden toegekend als u de bijbehorende toets succesvol (≥ 60% beantwoord) hebt afgerond.
Inhoud
BLOK A Het ziektebeeld diabetes mellitus type 2
A1 Omschrijvingen, ontstaanswijze diabetes en preventie
A2 Casuïstiek
A3 Symptomen, diagnostiek en complicaties
BLOK B Behandeling
B1 Niet-medicamenteuze behandeling
B2 Casuïstiek
B3 Medicamenteuze behandeling
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
Toets voor Apothekers 2022/4
Auteur
Gert van Lieshout is arts en oud-huisarts. Na achttien jaar fulltime huisarts te zijn geweest, is Gert parttime als huisarts gaan werken en is hij zich met nascholing gaan bezighouden. Als een van de oprichters van AccreDidact is hij 16 jaar actief geweest met het ontwikkelen van schriftelijke geaccrediteerde nascholing voor huisartsen, apothekers, doktersassistenten en apothekersassistenten. Momenteel is hij nog actief bij de ontwikkeling van cursusmaterialen voor mondelinge geaccrediteerde nascholing aan apothekers en van dit soort schriftelijke geaccrediteerde
nascholing.
De auteur heeft geen financiële banden met de farmaceutische industrie, ontvangt geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en heeft geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.
Doelstellingen
Na afloop van deze nascholing:
- is uw kennis over diabetes mellitus type 2 geactualiseerd en bent u in staat patiënten en artsen te helpen bij een adequate behandeling om klachten en complicaties, zoals (toename van) hart- en vaatziekten, chronische nierschade, retino- en neuropathie uit te stellen of te voorkomen;
- bent u op de hoogte van de huidige medische en farmaceutische kanten van diabetes mellitus type 2 en kunt u desgewenst patiënten en artsen adequaat adviseren.
- bent u op de hoogte van de ontstaanswijze en het beloop van diabetes mellitus type 2;
- hebt u kennis van de niet-medicamenteuze aspecten bij de behandeling en begeleiding van patiënten met type 2-diabetes;
- kent u de laatste ontwikkelingen en inzichten betreffende bloedglucoseverlagende medicatie, de combinaties van medicatie en de toevoeging van insuline, een DPP-4-REMMER een GLP-1-RECEPTORAGONIST of een SGLT2-remmer in de aangepaste NHG-stappenplannen;
- weet u dat behandeling van type 2-diabetes bijna zinloos is als alleen het bloedglucosegehalte gevolgd wordt en er te weinig aandacht is voor het bereiken van normotensie en het verlagen van het cholesterolgehalte, met als doel complicaties, zoals cardiovasculaire ziekten, nefro-, retino- en neuropathie te voorkomen of te vertragen, en eventuele klachten te verminderen.