Samenvatting
Epidemiologie
Een huisarts met een normpraktijk zal circa tweemaal per week van doen hebben met klachten over (niet-bloederige) afscheiding ofwel fluorvaginalisklachten. Lang niet altijd kan een microbiologische diagnose gesteld worden; in ongeveer een derde van de gevallen is er sprake van klachten zonder aantoonbare afwijking. Dit kan onzekerheid met zich meebrengen, voor zowel de arts als de patiënt, en u zou daar als apotheker deelgenoot van gemaakt kunnen worden. Zeker door de patiënt. Ook seksuologische problematiek kan als fluorklacht gepresenteerd worden.
Diagnostiek
In verreweg de meeste gevallen van fluorvaginalisklachten kan de huisarts zelf de diagnostiek verrichten. Voorwaarde is dat hij vol¬doende vaardigheid heeft in gynaecologisch onderzoek en het beoordelen van fluorpreparaten onder de microscoop. Eventueel kan deze laatste taak ook door de assistente uitgevoerd worden. Zonder fluoronderzoek is geen diagnose te stellen, dat wil zeggen dat de klachten en het onderzoek met behulp van het eendebekspeculum onvoldoende informatie opleveren. In de praktijkruimte dient tevens afname- en transportmateriaal voor microbiologisch onderzoek aanwezig te zijn. In een derde van de gevallen blijven fluorklachten microbiologisch onverklaard, d.w.z. er wordt geen micro-organisme gevonden, ook niet na kweek, en in een kleine minderheid worden fluorklachten veroorzaakt door een seksueel overdraagbare aandoening, soa.
Aan de balie
Het zal zelden voorkomen dat vrouwen aan de balie iets komen vragen over klachten betreffende fluor vaginalis of vaginitis. Wel wordt met enige regelmaat gevraagd naar een hulpmiddel tegen ‘jeuk van onderen’. Het is het beste vrouwen met klachten in die regio te verwijzen naar de huisarts. Er kunnen vele en verschillende oorzaken zijn voor dergelijke klachten. Zoals hierboven staat, is er steeds gynaecologisch en vaak ook fluoronderzoek nodig.
Behandeling
Het succes van medicamenteuze therapie van fluor vaginalis staat of valt met de juiste diagnose. In het algemeen is effectieve behandeling mogelijk, behalve bij frequent recidiverende candida-infecties. Die zijn vaak een 'crux medicorum' ofwel een ramp voor de arts, wegens het buitengewoon sterk recidiverende karakter van deze infecties. De indruk bestaat dat er overbehandeld wordt, omdat niet altijd onderzoek plaatsvindt en de diagnose gebaseerd wordt op de klachten. Met name bij de klacht 'jeuk' worden er te veel antimycotische medicamenten voorgeschreven. Niet-medicamenteuze therapie is aan de orde bij microbiologisch onverklaarde klachten. De huisarts zal dan uitleg geven over de fysiologie van de vagina en geruststellen als er angst is voor ernstige ziekten.
Accreditatie
Dit nascholingsprogramma is voor farmaceutisch consulenten voor 4 nascholingsuren geaccrediteerd (ID164564-162778).
Inhoud
BLOK A Pathogenese, klachten en diagnostiek
A1 Casuïstiek
A2 Incidentie, pathogenese en klachten van fluor vaginalis
A3 Diagnostiek en diagnosestelling
BLOK B Niet-medicamenteuze en medicamenteuze behandeling
B1 Casuïstiek
B2 Behandeling
Actie en verantwoording
Antwoorden op de casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
Afsluitende toets
Auteur
Drs. G.J.C.M. van Lieshout is arts en oud-huisarts. Na achttien jaar fulltime huisarts te zijn geweest, is Gert van Lieshout parttime als huisarts gaan werken en is hij zich met nascholing gaan bezighouden. Als een van de oprichters van AccreDidact is hij zestien jaar actief geweest met het ontwikkelen van schriftelijke geaccrediteerde nascholing voor huisartsen, apothekers, doktersassistenten en apothekersassistenten. Momenteel geeft hij mondelinge geaccrediteerde nascholing aan apothekers en ontwikkelt hij schriftelijke geaccrediteerde nascholing.
Belangenconflicten: geen.
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Na afloop van de cursus hebt u:
- uw kennis over de epidemiologie van fluorvaginalisklachten opgefrist;
- een aangescherpt inzicht gekregen in de pathofysiologie van vaginale infecties;
- stilgestaan bij de methoden die de huisarts ter beschikking heeft bij de diagnostiek van fluorklachten;
- een actueel overzicht gekregen van de medicamenteuze therapie bij fluorklachten die berusten op een microbiële afwijking en van de problemen bij de therapie van frequent recidiverende candida-infecties;
- kennisgenomen van beleidsstrategieën bij fluorklachten zonder aantoonbare afwijkingen.