Samenvatting
Hoofdpijn is een veelvoorkomende klacht. Veel patiënten die in de apotheek komen hebben regelmatig hoofdpijnaanvallen en voelen zich tijdens die aanvallen beroerd. Ook tussen de aanvallen door bepaalt hoofdpijn dikwijls het doen en laten van deze hoofdpijnpatiënten. Vaak wordt het leven van de hoofdpijnpatiënt beheerst door angst voor de volgende aanval en het vermijden van dingen die kunnen bijdragen aan nieuwe hoofdpijn (voeding, activiteiten).
Hoofdpijn is niet een klacht waarvoor veel hulp wordt gevraagd. De meeste patiënten met spanningshoofdpijn, en zelfs met migraine, gaan er niet vaak of helemaal nooit mee naar de dokter. Ook in de apotheek beginnen niet veel patiënten spontaan over hun hoofdpijn. Ze zijn het gewend, het hoort bij hen.
Soms gebruiken patiënten pijnstillers en realiseren ze zich niet dat de hoofdpijn het gevolg kan zijn juist van die pijnstillers. Het kan ook zijn dat ze buiten de apotheek geneesmiddelen kopen tegen de hoofdpijn, zonder zich te realiseren dat hierdoor een wisselwerking kan optreden met andere geneesmiddelen of dat andere ongewenste effecten kunnen optreden.
De meest voorkomende hoofdpijn is spanningshoofdpijn: 60-90% van de bevolking heeft wel eens last van spanningshoofdpijn.1
De naam van deze hoofdpijnsoort wijst ten onrechte in de richting van ‘iets psychisch’, ‘spanning’ of ‘stress’. De Engelsen doen het beter: zij vervingen al jaren geleden de term tension headache door tension-type-headache. De vertaling daarvan, bijvoorbeeld ‘spanningsachtige hoofdpijn’ of meer neutrale begrippen als gewone hoofdpijn (Engels: common headache) of aspecifieke hoofdpijn, hebben hier nooit ingang gevonden.
Overigens lijkt de huidige generatie artsen en apothekers steeds minder last te hebben van alle vooroordelen over spanningshoofdpijn en migraine.
Spanningshoofdpijn (tension-type-headache) heeft geen relatie met migraine: het is een ziektebeeld met een andere oorzaak. Wel is het soms lastig onderscheid te maken tussen spanningshoofdpijn en migraine. Er zijn patiënten die beide soorten hoofdpijn hebben. Het is niet altijd duidelijk om welke hoofdpijnsoort het gaat en er bestaat ook overlap tussen de diverse hoofdpijnen.
Migraine heeft een heel andere achtergrond en wordt meer als een neurovasculaire aandoening beschouwd, waarbij aanleg een rol speelt. Migraine is per definitie een ernstige hoofdpijn. Het functioneren wordt belemmerd, want bij activiteit neemt de ernst van de hoofdpijn toe.
Chronische dagelijkse hoofdpijn komt voor bij 4% van de bevolking. Medicatieovergebruikshoofdpijn is daarvan wel een van de meest intrigerende en vervelende soorten hoofdpijn, zowel wat betreft de ziektelast als de mogelijkheid er wat aan te doen. Juist onze eigen ‘geneesmiddelen’ zijn de oorzaak van deze dagelijkse hoofdpijn. Ook hier is er een probleem met de naamgeving. Deze is afgeleid van de medication-overuse headache uit de ICHD-3 (hoofdpijnclassificatie van de International Headache Society, IHS).2 Sommigen vinden dit een anglicisme. Vergeleken met oudere namen beschrijft de term wel het meest exact wat er aan de hand is. De term medicatieovergebruikshoofdpijn wordt in Nederland het meest gebruikt.
In deze nascholing komen ook clusterhoofdpijn en trigeminusneuralgie aan bod, althans voor zover het de medicamenteuze behandeling betreft.
Voor de indeling en diagnostiek van hoofdpijn wordt in deze nascholing, net als in de Nederlandse richtlijnen, de ICHD-3 gebruikt.
Als voornaamste bron voor deze nascholing dient de NHG-Standaard Hoofdpijn, daterend uit 2014. Er wordt regelmatig naar verwezen. Gezien de ontwikkelingen op hoofdpijngebied komt veel informatie in de nascholing niet overeen met de NHG-Standaard. Er wordt al vooruitgelopen op de inhoud van de nieuwe NHG-Standaard op grond van actuele discussies en ontwikkelingen die in de lijn der verwachting liggen. Op details kan echter blijken, dat de informatie in deze nascholing niet overeenkomt met de in 2021 te verschijnen versie van de NHG-Standaard Hoofdpijn.
In 2016 verscheen de nascholing Migraine en andere neurovasculaire hoofdpijn voor apothekers, grotendeels gebaseerd op de toen geldende NHG-Standaard Hoofdpijn en de op dat moment van kracht zijnde Richtlijnen diagnostiek en behandeling chronisch recidiverende hoofdpijn zonder neurologische afwijkingen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN, deze richtlijn wordt continue onderhouden en in gedeeltes gepubliceerd). Deze nascholing is geheel herschreven, met meer aandacht voor de ziektelast en hier medicamenteus de ziektelast te verminderen. Veranderingen ten opzichte van de verschenen nascholing in 2016 zijn onder andere:
- wijzigingen in de diagnostiek;
- aanpassing aan de ICHD 3 (o.a. wijziging bij medicatieovergebruikshoofdpijn
- aandacht voor triage (nieuw, zoals bij hevige acute hoofdpijn)
- verandering in inschatten van cardiovasculair risicoprofiel voor patiënten met migraine met aura;
- meerwaarde en toepassing van een hoofdpijndagboek, zoals voor het vervolgen van therapie;
- candesartan toegevoegd aan preventieve behandeling;
- evenwaardig aan bètablokkers,
- extra optie voor de eerste lijn
- verdwijnen van natrium valproaat en topiramaat uit de preventieve behandeling (alleen voor neurologen blijven de middelen toegestaan onder voorwaarden);
- aandacht voor recurrence;
- terugkeer van migraine-hoofdpijn binnen een aanval ondanks medicatie
- nieuwe waardering voor amitriptyline;
- nu ook bij migraine evenals bij spanningshoofdpijn
- gewijzigde doseringsschema’s
Accreditatie
Dit programma is door KABIZ voor Farmaceutisch Consulenten geaccrediteerd voor 4 uur. De accreditatiepunten worden toegekend als u de bijbehorende toets succesvol (≥ 60% beantwoord) hebt afgerond.
Inhoud
Inleiding
BLOK A Epidemiologie, ziektelast, achtergrond en diagnostiek
A1 Epidemiologie, ziektelast en achtergrond
A2 Diagnostiek
BLOK B Aanvalsbehandeling hoofdpijn, achtergrond en keuze middel
B1 Aanvalsbehandeling hoofdpijn
B2 Aanvalsbehandeling migraine
B3 Aanvalsbehandeling spanningshoofdpijn
BLOK C Preventieve behandeling hoofdpijn
C1 Niet-medicamenteuze behandeling van migraine en spanningshoofdpijn
C2 Preventieve behandeling migraine
C3 Preventieve behandeling bij spanningshoofdpijn
C4 Medicatie bij clusterhoofdpijn en trigeminusneuralgie
C4 De aanpak van MOH
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)
Toets voor apothekers 2021/1 Geneesmiddelgebruik bij hoofdpijn
Auteur
Dr. Frans Dekker is gepensioneerd als praktijkhoudend huisarts (nog geregistreerd als huisarts). Hij promoveerde op onderzoek over hoofdpijn. Dekker had zitting in de werkgroep van de NHG-Standaard Hoofdpijn 2020-2021 en heeft geparticipeerd in de Nederlandse Richtlijn Aangezichtspijn en de richtlijn Hoofdpijn van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie. Hij was werkzaam bij het NHG, Zorginstituut Nederland (Farmacotherapeutisch Kompas) en deed wetenschappelijk onderzoek in het LUMC Leiden, voor de Commissie Wetenschappelijk Onderzoek NHG, en nam deel aan de adviesgroep Nationale Onderzoeksagenda Huisartsgeneeskunde.
Financiële banden: de auteur heeft geen financiële banden die betrekking hebben op dit onderwerp.
Doelstellingen
Na afloop van deze nascholing:
- weet u welke hoofdpijnpatiënten in welke mate in de apotheek voorkomen;
- kunt u de verschillende toepassingen van preventieve behandeling van migraine en spanningshoofdpijn beschrijven;
- kent u de belangrijkste kenmerken en effectiviteit van de preventieve behandeling van migraine en spanningshoofdpijn;
- kent u de praktische uitvoering van de preventieve behandelingen van migraine, spanningshoofdpijn, clusterhoofdpijn en trigeminusneuralgie;
- kunt u de verschillende aanvalsbehandelingen bij migraine, spanningshoofdpijn en clusterhoofdpijn benoemen;
- kent u de belangrijkste kenmerken en problemen bij de uitvoering van de aanvalsbehandeling van migraine, spanningshoofdpijn en clusterhoofdpijn;
- weet u wat de plaats is van de diverse aanvalsinterventies;
- kunt u de gevaren van een aanvalsbehandeling beschrijven;
- kent u de kenmerken van medicatieovergebruikshoofdpijn;
- kunt u de interventies bij medicatieovergebruikshoofdpijn benoemen;
- kent u de belangrijkste medicamenteuze interventies bij de overige aangezichtspijnen.