‘Ernstige psychische aandoeningen’ (EPA) is een verzamelnaam voor de chronisch verlopende psychische ziekten zoals psychotische stoornissen, ernstige stemmingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en/of verslavingen.
In de huisartsenpraktijk betreft dit meestal een overzichtelijke, kleine groep patiënten, waarmee alle disciplines te maken krijgen. De huisarts, de doktersassistent, de praktijkondersteuner somatiek (POH-S) en de praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ) dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de eerstelijnszorg voor deze specifieke groep patiënten. Zij dienen actief rekening te houden met de (bijzondere) kwetsbaarheden van deze patiëntengroep. Patiënten met een EPA zijn crisisgevoelig en hebben vaak beperkingen op het gebied van sociaal en maatschappelijk functioneren. Daarnaast hebben ze meer gezondheidsproblemen en doen daardoor vaker een beroep op de huisartsenpraktijk.
Voor de huisarts en dus ook voor de praktijkondersteuners betekent dit extra oplettendheid op meerdere fronten. Zowel het verbeteren of behouden van de lichamelijke gezondheid als het versterken van de mentale veerkracht en het behouden van de psychische balans vragen extra inzet van de huisarts en POH-GGZ.
77% van de zorgmedewerkers in de huisartsenzorg heeft het afgelopen jaar te maken gehad met agressie of ongewenst gedrag door patiënten (bron: LHV). Dit kan vragen oproepen omtrent communicatie met specifieke EPA-patiënten. Evenals een mogelijk gevoel van onveiligheid van het personeel. Daarnaast zijn er juridische kaders om rekening mee te houden.
Patiënten met psychische aandoeningen worden meestal ambulant behandeld en EPA-patiënten die stabiel zijn, worden tegenwoordig vaker terugverwezen naar de eerste lijn. Hierdoor doet deze groep patiënten ook voor hun psychische problemen een beroep op de huisarts en praktijkondersteuner GGZ. Daarnaast hebben ze meer gezondheidsproblemen. Behalve beleidsmatige veranderingen is er meer wetenschappelijke kennis over herstelgerichte zorg. Hierbij is de patiënt zelf, als ervaringsdeskundige, een belangrijke schakel geworden in het proces naar meer regie over de verschillende domeinen van zijn of haar leven. Voor huisartsen is het belangrijk te weten hoe ze patiënten kunnen helpen de grip op hun leven te verbeteren en zo ook minder crisisgevoelig te zijn. Dit wordt in BLOK A beschreven.
In de ambulante psychiatrie is ‘netwerkpsychiatrie’ een sleutelwoord geworden. BLOK B gaat uitgebreider in op de begeleiding van een patiënt met EPA en zijn familie in de huisartsenpraktijk. Wat is hiervoor nodig en met welke partijen kunt u deze begeleiding vormgeven?
In BLOK C gaan we nader in op de lichamelijke aspecten, de gezondheidsrisico’s van patiënten met EPA en de (bij)werkingen van psychofarmaca. Patiënten met EPA gebruiken vaak jarenlang medicijnen die tot doel hebben de psychiatrische symptomen te verminderen. Dit zijn de antipsychotica, antidepressiva en stemmingsstabilisatoren, waaronder lithium. Helaas hebben deze medicijnen ook veel bijwerkingen, wat maakt dat er voortdurend een afweging gemaakt moet worden tussen de gewenste effecten en de nadelige effecten. Het voorschrijven hiervan maakt een structureel vervolgbeleid noodzakelijk.
Doelstellingen
Na afloop van deze nascholing:
- weet u wat de kenmerken en de kwetsbaarheden van patiënten met EPA zijn;
- kunt u de signalen van ontregeling herkennen en interventies toepassen om de psychische balans te herstellen en de weerbaarheid te vergroten;
- weet u wanneer u de zorg moet opschalen naar een hoger echelon;
- kunt u de patiënt informeren over uw rol en samen inventariseren wat de patiënt aan begeleiding nodig heeft om te kunnen herstellen en stabiel te blijven;
- kunt u de doelen van uw begeleiding afspreken en de resultaten hiervan evalueren;
- gebruikt u uw kracht als huisarts met oog voor de context van de patiënt en gebruikt u deze in het begeleidingsplan (eventueel met hulp van POH-GGZ en/of naastbetrokkenen);
- houdt u rekening met de minderjarige kinderen van ouders met psychische problemen (KOPP), in het bijzonder als de opvoedingsvaardigheden tekort dreigen te schieten (kindcheck);
- heeft u kennis van de gezondheidsrisico’s van patiënten met EPA en zorgt u voor de juiste begeleiding in de eerste lijn om dit risico zo laag mogelijk te houden;
- weet u wat het beoogde effect en de bijwerkingen zijn van de meestgebruikte psychofarmaca en kunt u (medicatie)veiligheid in de praktijk toepassen;
- bent u in staat de-escalerend om te gaan met agressief of ongewenst gedrag van patiënten;
- kent u enkele juridische kaders waarbinnen u dient te handelen en kunt u ze in de praktijk toepassen.
Accreditatie
Dit programma is door de KNMG voor twee punten geaccrediteerd onder ID 569260. In uw persoonlijke nascholingsdossier is terug te vinden tot welke datum dit programma geaccrediteerd is.
Inhoud
BLOK A EPA-patiënten in de eerste lijn
A1 Kenmerken en kwetsbaarheden
A2 Casuïstiek
A3 Signaleringsplan en maatwerk
BLOK B Organisatie van zorg
B1 Samenwerking in een netwerk
B2 Begeleiding
B3 Ondersteuning van en samenwerking met naasten
BLOK C Gezondheidsrisico's en psychofarmaca
C1 Lichamelijke gezondheid
C2 Medicatiemonitoring
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de praktijk’
Teamoverleg/Hagro/FTO/WDH
Toets voor Huisartsen 2024/5
Auteurs
Arianne Beckers-Bruls is sinds 2013 werkzaam als arts bij het Ministerie van Defensie. Sinds 2020 is zij majoor-huisarts. Zij heeft ruime ervaring met militairen met (ernstige) psychische problemen en ziet regelmatig mensen met psychische stoornissen in de praktijk. Sinds september 2023 volgt zij de kaderopleiding GGZ aan het UMCG. Deze tweejarige kaderopleiding is bedoeld voor huisartsen die zich in de geestelijke gezondheidszorg willen specialiseren.
Marian Oud was huisarts in Groningen en kaderhuisarts GGZ. In 2009 is ze gepromoveerd op Zorg van de huisarts voor mensen met ernstige psychische aandoeningen. Daarna heeft zij in diverse multidisciplinaire richtlijnwerkgroepen geparticipeerd, zoals de multidisciplinaire richtlijn (MDR) Schizofrenie, de MDR Persoonlijkheidsstoornissen, de Generieke Module Landelijke Samenwerkingsafspraken tussen Huisarts, gbGGZ en sGGZ. Marian heeft de kaderopleiding GGZ opgezet bij het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).
De auteurs hebben geen financiële banden met de farmaceutische industrie, ontvangen geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en hebben geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.