Samenvatting
In 2011 en 2013 verschenen bij AccreDidact de eerste nascholingen over evidence-based medicine. Evidence-based medicine: wetenschappelijke literatuur en systematische reviews (2011) leerde u dat de meest effectieve manier om een betrouwbaar antwoord op vragen in de praktijk te krijgen het beoordelen van goede literatuurstudies is. In veel reviews worden resultaten van gerandomiseerde klinische studies samengevoegd. De waarde van losse RCT's werd in de nascholing Evidence-based medicine II: Randomised controlled trials (2013) uitvoerig besproken. U leerde daarin waarom RCT’s zo’n belangrijke plaats hebben in het systeem van de wetenschap en wanneer een RCT als goed bestempeld kan worden.
Deze derde Evidence-based medicine-nascholing richt zich op de wetenschappelijke achtergronden van screening, in het bijzonder kankerscreening. Het aanbod van dergelijke screening wordt door de overheid bepaald. Toch komt de screening ook de praktijk binnen, door vragen van patiënten over deelname aan deze bevolkingsonderzoeken en het omgaan met uitslagen daarvan. Ook stellen patiënten vragen over screening voor ziekten waarvoor er geen bevolkingsonderzoek is. Niet zelden is dat gebaseerd op informatie over de voordelen van screening die op het internet te vinden is, maar bij tijd en wijle ook de voorpagina’s van kwaliteitskranten haalt. Kennis van de achtergronden van screening is belangrijk om al dit soort vragen goed te kunnen beantwoorden.
Welke impact heeft screening op sterfte en gezondheid en welke uitkomsten zijn werkelijk relevant? Hoe interpreteert u de uitkomsten van screening en hoe gebruikt u deze in de praktijk bij het beantwoorden van vragen van patiënten? Wat zijn de voordelen van screening en wat zijn de nadelen? Hoe maakt u met een individuele patiënt een juiste afweging voor het verrichten van screeningsonderzoek buiten de bevolkingsonderzoeken?
In deze nascholing herkent u wellicht onderdelen van de nascholing Evidence-based medicine: Randomised controlled trials. Ik heb hier bewust gekozen voor de kracht van de herhaling.
Accreditatie
Voor dit nascholingsprogramma is voor 2 punten accreditatie toegekend onder ID 262952 voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten.
Inhoud
Blok A Screening, bias en invloed van testeigenschappen
A1 Achtergronden van screening
A2 Kankeroverleving en bias
A3 De invloed van testeigenschappen op de uitkomsten van screening
Blok B Screening en screeningstesten in de huisartsenpraktijk
B1 Screening in de spreekkamer
B2 Toepassing screeningstesten in de huisartsenpraktijk
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad 'Invoering in de praktijk'
Teamoverleg/Hagro/FTO/WDH
Afsluitende toets
Auteur
Marco Blanker is huisarts in de groepspraktijk Blanker en Thiele in Zwolle. Daarnaast is hij als universitair docent (epidemioloog) werkzaam op de onderzoeksafdeling van de afdeling Huisartsgeneeskunde van het UMCG. Hij is auteur van de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen, waarin ook standpunten over prostaatkankerscreening zijn beschreven. Verder gaf hij commentaar op de uitkomsten van prostaatkankerscreeningsstudies in onder andere het NTvG. Hij verricht onder andere onderzoek naar de nadelige effecten van darmkankerscreening. Belangenconflicten: geen.
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Na afloop van deze nascholing:
- kunt u informatie over ziektespecifieke overleving adequaat duiden;
- kent u de invloed van lead-time bias en length-time bias op de uitkomsten van screening;
- bent u op de hoogte van gezonde-vrijwilligers bias;
- kent u de verschillen tussen relatieve risicoreductie en absoluut risicoverschil;
- weet u wat de invloed is van de sensitiviteit en specificiteit van een test en de prevalentie van de ziekte op de voorspellende waarde van de uitkomst daarvan.