Samenvatting
Schouderklachten komen veel voor en kunnen vervelende gevolgen hebben voor het dagelijks functioneren. De klachten zijn daarnaast vaak langdurig van aard. De meeste schouderklachten (80%) hebben hun oorsprong in de subacromiale ruimte, maar het komt ook voor dat schouderpijn diffuus is en er meerdere structuren in de schouder zijn aangedaan. Dit maakt het diagnosticeren uitdagend en juist voor die patiëntengroep kan een behandeling op maat, door een gesubspecialiseerd en multidisciplinair team, een meerwaarde hebben.
In deze nascholing wordt een overzicht gegeven van de meest voorkomende orthopedische oorzaken van schouderklachten. Dit eerste deel van de nascholing behandelt de algemene aspecten van diagnostiek en behandeling van schouderklachten en de subacromiale (extra-articulaire) schouderpathologie. Schouderklachten deel 2 behandelt vooral de aandoeningen die zich in het glenohumerale gewricht bevinden en in het AC-gewricht (intra-articulair).
Accreditatie
Voor dit nascholingsprogramma is voor 2 punten accreditatie toegekend onder ID 389926 voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten.
Inhoud
BLOK A Diagnostiek van schouderklachten
A1 Algemene diagnostiek van schouderaandoeningen
A2 Diagnostiek van schouderpathologie in de subacromiale ruimte
BLOK B Behandeling van schouderklachten
B1 Algemene behandelingsopties van schouderpathologie
B2 Behandeling van schouderpathologie in de subacromiale ruimte
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de praktijk’
Teamoverleg/Hagro/FTO/WDH
Afsluitende toets voor huisartsen
Auteur
Suzanne Witjes studeerde geneeskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen en werd opgeleid tot algemeen orthopedisch chirurg binnen het opleidingscluster van het Academisch Medisch Centrum (nu Amsterdam UMC, locatie AMC). Na haar opleiding subspecialiseerde zij zich in sportorthopedie, kniechirurgie en schouderpathologie door fellowships in de Fowler Kennedy Sport Medicine Clinic in London Ontario, Canada en in de Sports Surgery Clinic in Dublin, Ierland. In december 2018 promoveerde zij in Amsterdam op activiteiten en tevredenheid van jongere patiënten na een knieprothese en standcorrecties. Al binnen haar opleiding tot orthopeed ontwikkelde zij in 2013 een visie op het verbeteren van de gezondheidszorg in Nederland (Coach, Cure & Care 2025). In Maastricht en omgeving is zij momenteel actief met het opzetten en uitrollen van haar vak binnen innovatieve 1,5-lijns zorgtrajecten. Via haar eigen onderneming houdt zij zich bezig met lezingen, nascholingen, het opzetten van lijnoverstijgende, multidisciplinaire zorgnetwerken en met Teleconsultancy met huisartsen en fysiotherapeuten. Een voorbeeld hiervan is Prisma, een platform via Siilo, waarop huisartsen laagdrempelig multidisciplinaire, digitale consulten kunnen aanvragen met medisch specialisten. Voor de inhoud van deze AccreDidact-nascholing en de gebruikte casus heeft de auteur zich onder andere laten inspireren door de via Prisma ontstane contacten met huisartsen.
Belangenconflicten: geen
Doelstellingen
Na afloop van de beide delen van het nascholingsprogramma:
- heeft u een compleet overzicht van de meest voorkomende schouderaandoeningen in de Nederlandse huisartsenpraktijk;
- bent u in staat deze schouderaandoeningen grofweg van elkaar te onderscheiden en in de eerste lijn richtinggevend te diagnosticeren;
- heeft u uw kennis aangaande de huidige behandelingsmogelijkheden van schouderaandoeningen geactualiseerd en kunt u uw patiënt aan de hand hiervan met meer vertrouwen een gedegen advies geven;
- ziet u nog beter wat het nut en belang kan zijn van multidisciplinaire zorg bij schouderaandoeningen.
Na afronding van deel 1 van dit nascholingsprogramma is uw kennis van schouderklachten geactualiseerd. Dit leerdoel bereikt u doordat u:
- de relevante anamnestische aspecten kent bij de diagnosticering van schouderklachten in de diverse globale diagnosegroepen;
- een globaal schouderonderzoek gestructureerd kunt uitvoeren, aangevuld met specifieke cuff- en impingementtesten;
- op de hoogte bent van de kenmerkende aspecten bij SAPS in anamnese en lichamelijk onderzoek;
- weet wanneer aanvullend onderzoek geïndiceerd is bij subacromiale schouderpathologie;
- het stappenplan voor de behandeling van schouderklachten kent en begrijpt;
- de behandelingsmogelijkheden binnen de eerste lijn (of 1,5 lijn) herkent en weet wanneer nader onderzoek of behandeling in de tweede lijn geïndiceerd is;
- het stappenplan kunt toepassen voor behandeling binnen de eerste (en 1,5) lijn van schouderklachten in de subacromiale ruimte;
- weet wanneer nader onderzoek of behandeling binnen de tweede lijn geïndiceerd is bij schouderklachten in de subacromiale ruimte.