Samenvatting
Behandeling van wonden is een bijna dagelijkse activiteit van de huisarts en de meeste huisartsen doen dat graag. Er zitten echter nogal wat verschillen in de behandeling van wonden. Het verschil begint al bij de allereerste benadering, de anamnese en de inspectie. Het blijkt dat niet iedereen paraat heeft welke typen wonden onderscheiden worden wat betreft wondgenezing, welke reiniging en eventuele desinfectie er tegenwoordig het beste in de wond en om de wond toegepast kunnen worden, wat de eerste behandeling moet zijn bij ‘mooie’ wonden en bij vieze wonden etc. En dan hebben we het alleen nog maar over de acute wonden. Bij de behandeling van chronische wonden zijn de verschillen nog groter. Over de duur van het in situ laten van hechtingen blijken de meningen verdeeld te zijn. Wat wordt in de literatuur als een gebruikelijke periode gehanteerd? Twijfel bestaat er ook nogal eens over de duur van de wondgenezing van de verschillende huidgebieden.
WCS-classificatiemodel
Zeker de oudere huisartsen hebben tijdens hun opleiding geen kennisgemaakt met het WCS-classificatiemodel (Wound Consultant Society). Dit model hanteert een praktische methode om vooral chronische wonden te beoordelen en behandelen. Er worden zwarte, gele en rode wonden onderscheiden, die alle een verschillende behandeling behoeven.
Daarnaast blijkt het bij veel chronische wonden bijvoorbeeld belangrijk te zijn om te zorgen voor een vochtig milieu, terwijl vroeger toch geleerd werd dat een wond droog behandeld moest worden; ‘een korst is het beste verband’, hoort uw auteur de chirurg nog zeggen. Droog behandelen blijkt bij een aantal aanwijsbare wonden niet de beste weg te zijn. Uitgelegd wordt waarom dat zo is.
Wondverband
De afgelopen jaren is er veel gewijzigd op het gebied van de wondbedekking. Wat is op dit moment de plaats van het aloude hydrofiel gaas, van de eerstehulpverbanden, zalfverbanden en tulen, hydroactieve verbanden? De adviezen over de frequentie van verband wisselen blijken bij de nieuwe verbanden ook anders. Zouden al deze vernieuwingen de reden zijn dat de huisarts de verbandkeuze nogal eens overlaat aan de praktijkassistente, de praktijkondersteuner en/of de verpleegkundige uit het ziekenhuis of verzorgingstehuis? De apotheker en de apothekersassistenten zien nogal wat verschillen tussen de voorschrijvers wat betreft de recepten voor wondbehandeling en wondbehandelingsmaterialen. De één schrijft dit voor en de ander dat. Er blijkt bepaald geen eenvormigheid te bestaan. Ook daarom is het goed te kijken wat er allemaal is, wat de verschillen zijn en wat aangeraden of afgeraden wordt.
Daar komt bij dat er bij serieuze wonden met het zn-formulier moet worden gewerkt. De voorwaarden met betrekking tot dit ZN-formulier worden in dit nascholingsprogramma nog eens op een rij gezet.
Bijzondere wonden
De behandeling van brandwonden en wonden door bevriezing zal wel gemeengoed zijn, hoewel ook daar andere inzichten bestaan als gevolg van de nieuwe wondbedekkers. Moeten beetwonden echter altijd of niet altijd antibioticaprofylaxe krijgen, mogen sommige beetwonden (gelaat) wel of moeten die juist niet gehecht worden? Er wordt verschillend gehandeld. Moeten decubituswonden anders behandeld worden dan andere diepe wonden? Kan de huisarts zelf decubitus behandelen?
Accreditatie
Deze nascholing is voor 2 punten onder ID181755 geaccrediteerd. U krijgt de punten toegekend als u de afsluitende toets succesvol (≥ 55% correct beantwoord) hebt afgerond.
Inhoud
Blok A Fysiologie van wondgenezing, wondverzorging en wondverbanden
A1 Casuïstiek
A2 Fysiologie van wondgenezing
A3 Wondverzorging en desinfectie
A4 Wondverbanden
Blok B Bijzondere en chronische wonden
B1 Casuïstiek
B2 Bijzondere wonden
B3 Chronische wonden
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Over de auteur
Drs. G.J.C.M. (Gert) van Lieshout is arts en oud-huisarts. Na achttien jaar fulltime huisarts te zijn geweest, is Gert parttime als huisarts gaan werken en zich met naschling gaan bezig houden. Als een van de oprichters van AccreDidact is hij zestien jaar actief geweest met het ontwikkelen van schriftelijke geaccrediteerde nascholing voor huisartsen, apothekers, dokters assi stenten en apothekersassistenten. Momenteel geeft hij mondelinge geaccrediteerde nascholing aan apothekers en ontwikkelt hij schriftelijke geaccrediteerde nascholing.
Belangenconflicten: geen.
Doelstellingen
Na afloop van deze nascholing:
- hebt u de fysiologie van wondgenezing opgefrist;
- hebt u uw huidige kennis over wondbehandeling opgehaald, geactualiseerd en aangevuld, teneinde wondbehandeling in de praktijk beter uit te voeren;
- bent u op de hoogte van de verschillende typen wondverband en de toepassingen ervan en kunt u een beter beredeneerde keuze voor wondverband maken;
- kunt u de besproken bijzondere en chronische wonden behandelen volgens de nu geldende inzichten.