Samenvatting
Suïcide en suïcidaal gedrag zijn over het algemeen moeilijk te voorspellen. Suïcidaal gedrag is een symptoom dat bij verschillende psychiatrische ziekten voorkomt, zoals de borderline persoonlijkheidsstoornis en de depressieve stoornis. Gelukkig is suïcide een relatief zeldzame uitkomst van suïcidaal gedrag. We worden in de praktijk echter wel vaak geconfronteerd met suïcidaal gedrag. Het tijdig herkennen van suïcidaal gedrag is essentieel.
Daarom wordt in deze nascholing ingegaan op de algemene principes van suïcidaal gedrag en suïcide. Ook wordt de risicotaxatie van suïcidaal gedrag besproken en wordt ingegaan op de differentiatie van en het handelen rondom suïcidaal gedrag. Er wordt gewezen op verschillende mogelijkheden voor begeleiding en tot slot komt de handelswijze na een suïcide aan bod.
Accreditatie
Voor dit nascholingsprogramma is onder ID 370091 voor 3 punten accreditatie toegekend voor praktijkondersteuners huisartsenzorg bij de NVvPO en de LV POH-GGZ.
Inhoud
Blok A Suïcide en suïcidaal gedrag
A1 Algemene kenmerken
A2 Risicotaxatie en diagnostiek
A3 Methodologie van het interview
Blok B Differentiatie, behandeling en nazorg bij suïcidaal gedrag
B1 Differentiatie van suïcidaal gedrag
B2 Psychofarmaca en suïcidaal gedrag
B3 Behandeling van acuut suïcidaal gedrag
B4 Behandeling van chronisch suïcidaal gedrag
B5 Nazorg en evaluatie suïcide
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Opdrachtblad ‘Invoering in de praktijk’
Intervisie
Afsluitende toets
Over de auteur
Dr. Remco F.P. de Winter is psychiater bij o.a. de Haagse crisisdienst en specialismeleider acute psychiatrie bij de Parnassia Groep. Hij is sinds 2011 de Nederlandse vertegenwoordiger voor de International Association for Suicide Prevention (IASP). Verder is hij als onderzoeker aan de VU verbonden en publiceert regelmatig over suïcidaal gedrag, in het bijzonder binnen de GGz. Belangenconflicten: geen.
Doelstellingen
Na afronding van dit nascholingsprogramma:
- heb je meer kennis en inzicht over suïcidaal gedrag en suïcide. Verder heb je globaal kennis genomen van de in Nederland beschikbare richtlijnen;
- heb je je verdiept in risicotaxatie van suïcidaal gedrag en heb je een specifieke interviewmethode geleerd: de case-benadering;
- heb je een visie op de differentiatie van suïcidaal gedrag en weet je te handelen in de huisartsenpraktijk;
- ben je geïnformeerd over het handelen na suïcide.