Samenvatting
De nascholing is er vooral op gericht dat de preventieassistent in de dagelijkse praktijk gangbare aandoeningen van het mondslijmvlies en het tandvlees kan herkennen. Van preventieassistenten, mondhygiënisten en tandartsen mag niet worden verwacht dat ze de kennis over alle denkbare mondafwijkingen altijd paraat hebben. Daarvoor staan diverse atlassen en leerboeken ter beschikking.
De structuur van de nascholing is zo veel mogelijk gebaseerd op de praktijksituatie. Zo wordt aandacht besteed aan ulceraties, gepigmenteerde afwijkingen, witte, wit-rode en rode afwijkingen en aan zwellingen. Een apart onderdeel is gewijd aan afwijkingen van het tandvlees die niet aan tandplaque gerelateerd zijn. Ten slotte wordt ingegaan op de klacht van tong- en mondbranden. Het belang van goed uitgevoerd mondonderzoek, met inbegrip van de tong en de mondbodem, wordt in deze eLearning als bekend verondersteld.
Auteur
Isaäc van der Waal studeerde in 1968 als tandarts af in Utrecht. Van 1969 tot 1973 werd hij opgeleid tot specialist mondziekten en kaakchirurgie in het VU-ziekenhuis te Amsterdam. In 1979 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de pathologie van de mondholte aan de Vrije Universiteit. In 1989 werd hij benoemd tot hoofd van de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het VUmc/ACTA, een functie die hij tot medio 2011 heeft vervuld. Tot 2016 is hij als staflid aan voornoemde afdeling verbonden gebleven.
Van zijn hand verschenen talrijke wetenschappelijke publicaties en diverse leerboeken en atlassen op het gebied van mond- en kaakziekten, waarvan verschillende in meerdere talen zijn uitgebracht. Daarnaast heeft hij talrijke nascholingscursussen verzorgd. Zijn dagelijkse werkzaamheden hebben altijd bestaan uit een combinatie van patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek.
Doelstellingen
Na afloop van deze nascholing:
• ken je de mogelijke oorzaken (etiologie) van de meest voorkomende mondafwijkingen;
• weet je hoe vaak een afwijking voorkomt en of een afwijking vaker bij mannen of vrouwen voorkomt, en ook de gebruikelijke leeftijd waarop een bepaalde afwijking voorkomt (epidemiologie);
• ken je het klachtenpatroon (symptomatologie);
• ken je de klinische verschijningsvorm;
• heb je inzicht in het te volgen beleid bij de meest voorkomende aandoeningen van het mondslijmvlies, met inbegrip van het tandvlees, de tong en de lippen;
• kun je, zo nodig, tijdig en op adequate wijze advies over een patiënt vragen aan de mondhygiënist of de tandarts;
• kun je een patiënt adequaat voorlichten over de veelvoorkomende afwijkingen van het mondslijmvlies.