SAMENVATTING
Verreweg de meeste aandoeningen in de mond zijn te herleiden tot onjuist gedrag. Parodontale aandoeningen kunnen ontstaan als tandplaque bij het poetsen niet goed verwijderd wordt. De etiologie van cariës berust op het tot zich nemen van koolhydraatrijke voedingsmiddelen in combinatie met onvoldoende gebitsreiniging. Gelukkig zijn deze aandoeningen goeddeels te voorkomen door een of twee keer per dag goed te poetsen en het aantal eet- en drinkmomenten te beperken tot zeven per dag. Ook aan bovenmatige gebitsslijtage ligt onjuist gedrag ten grondslag, zoals tandenknarsen, klemmen, het gebruik van te harde mondverzorgingsmiddelen, verkeerde mondgewoonten en het eten en drinken van zure voedingsmiddelen.
Aanpassen van het gedrag lijkt geen zware opgave, maar blijkt in werkelijkheid vaak moeilijker dan gedacht. Gedragsverandering lukt vaak niet zonder professionele hulp, zoals voorlichting. De voorlichting moet zo goed mogelijk aansluiten bij wat de patiënt al weet, doet of bereid is te gaan doen. Om een omslag in de mondhygiëne te bewerkstelligen, is ook begeleiding nodig. De patiënt moet gemotiveerd worden om zijn gedrag aan te passen en gestimuleerd worden zijn aangepaste gedrag vast te houden. Het voorkomen van mondziekten is een kerntaak van de preventieassistent. De preventieassistent is dan ook de aangewezen persoon om de patiënt bij die gedragsverandering te helpen en te begeleiden.
Auteur
Albert Smith (1956) studeerde in 1983 af als tandarts aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij werkte daarna in het St. John’s Hospital in Mzuzu (Malawi). Naast het managen van de tandheelkundekliniek in het ziekenhuis, trok hij rond met een mobiele unit langs verschillende buitenklinieken om de lokale bevolking te behandelen. Hij zette een jeugdtandzorgprogramma op, trainde tandartsassistenten en deed onderzoek naar materialen en behandelmethoden die zijn afgestemd op de werkomstandigheden in Afrika (voorloper van ART).
Na zijn ontwikkelingswerk in Afrika deed hij een Master in Public Health aan de University of California in Berkeley en werkte hij zes jaar voor de American Lung Association in Californië. Daar ontwikkelde, implementeerde en coördineerde hij public health-programma’s.
In 1998 keerde hij terug naar Groningen en startte hij in Haren een eigen tandartspraktijk. Sindsdien is hij tevens parttime verbonden aan de opleiding Tandheelkunde, waar hij het communicatieonderwijs coördineert. In 2017 schreef Smith in samenwerking met Akke Oomen en Gert-Jan Truin (medewerkers van het Radboudumc, Nijmegen) het studieboek Handboek communicatie in de mondzorg.
Doelstellingen
Na afloop van deze nascholing:
• kun je beschrijven op welke manieren gedrag ontstaat;
• kun je aangeven wat nodig is om bestaand gedrag te veranderen;
• herken je de motivatiefase waarin patiënten zich bevinden;
• kun je in elke motivatiefase interventies toepassen die effectief zijn om gedragsverandering te faciliteren;
• weet je welke rol je zou kunnen spelen bij public health-programma’s.
INHOUD
BLOK A Gedrag en motivatie
A1 Het ontstaan van gedrag
A2 Gedragsverandering
A3 Motivatie
BLOK B Informeren en motiveren
B1 Voorlichting en motiverende gespreksvoering
B2 Andere factoren bij het begeleiden van gedragsverandering
BLOK C Patiëntgesprekken en public health
C1 Patiëntencategorieën
C2 De preventieassistent en public health