Samenvatting
Suïcidaal gedrag is een veelvoorkomend psychiatrisch symptoom dat zich uitstrekt over verschillende psychiatrische ziekten. Het risico van suïcide van een patiënt toont aan dat we als beroepsgroep regelmatig met een levensbedreigende aandoening te maken hebben en dat sterfte ook een uitkomst kan zijn na ons interveniëren. We hebben geen goede predictoren die suïcide kunnen voorspellen. Suïcide is een zeldzame uitkomst van suïcidaal gedrag en met dit gedrag worden we in de praktijk veelvuldig geconfronteerd. Een suïcide heeft in het algemeen een grote impact op nabestaanden en de behandelaar en/of het behandelteam. Het is daarbij vaak ingewikkeld hoe er gehandeld moet worden na een suïcide, omdat zowel de nabestaanden als de behandelaar en/of het behandelteam met tegenstrijdige gevoelens worden geconfronteerd. Na een suïcide kan de rouw bij een behandelaar samengaan met het incasseren van de rouw maar ook woede van nabestaanden.
In mei 2012 is de Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag (MDR DBSG) verschenen. Het is een gedetailleerd document geworden. In deze nascholing wordt veelvuldig naar deze richtlijn verwezen en eruit geciteerd. We willen met deze nascholing een summiere vertaling naar de praktijkvoering van de psychiater maken. Het is uiteraard niet mogelijk de richtlijn volledig te bespreken en adviseren eenieder de richtlijn te lezen op www.ggzrichtlijnen.nl. De psychiater heeft vaak een formele rol als eindverantwoordelijk behandelaar en wordt daardoor veelvuldig betrokken bij de formulering en afspraken rondom de risicotaxatie van suïcidaal gedrag. Er is hiervoor weinig harde wetenschappelijke evidentie voorhanden en (klinische) ervaring, kennis en een ontwikkelde intuïtie zijn belangrijk. Verder is een goede communicatie met de patiënt en zijn naasten essentieel. Er wordt geadviseerd om collega’s bij ingewikkelde diagnostiek en bij twijfel en/of toetsing te betrekken. Taxatie van suïcidaal gedrag is geen harde wetenschap en het is ook niet de bedoeling om na deze nascholing de wijsheid in pacht te hebben.
We gaan in op de algemene principes van suïcidaal gedrag en suïcide, en bespreken de risicotaxatie van suïcidaal gedrag. Ook komt het handelen rondom suïcidaal gedrag aan de orde in de ambulante en klinische setting en worden enkele behandelmogelijkheden besproken. Ten slotte wordt ingegaan op de handelwijze na een suïcide en de omgang met nabestaanden.
Accreditatie
Dit nascholingsprogramma is onder ID 155865 voor 3 punten geaccrediteerd.
Inhoud
BLOK A Suïcidaal gedrag en suïcide
A1 Algemene kenmerken
A2 Risicotaxatie en diagnostiek
A3 Methodologie interview
BLOK B Behandeling en nazorg
B1 Psychofarmaca en suïcidaal gedrag
B2 Behandeling acuut en chronisch suïcidaal gedrag
B3 Aspecten voor klinische behandeling en een veiligheidsplan
B4 Nazorg en evaluatie na suïcide
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen en casuïstiek
Literatuur
Auteurs
Remco de Winter is psychiater, hoofd zorg en stagecoördinator sociale en spoedeisende psychiatrie van het Bureau 24-uurszorg (‘crisisdienst’) van de Parnassia Groep. Daarvoor was hij ruim zes jaar afdelingshoofd van de acute gesloten opnameafdeling van de Parnassia Groep in Den Haag waaraan hij nog als onderzoeker verbonden is. Hij is sinds 2011 de Nederlandse vertegenwoordiger bij de International Association for Suicide Prevention (IASP). De Winter promoveerde in 2009 bij de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Leiden op het onderwerp dimensionele diagnostiek van depressie met het proefschrift getiteld Towards an improvement of the differentiation of depressive disorders. Daarbij en aansluitend verricht hij onderzoek op het gebied van de acute psychiatrie en suïcidaliteit. Hij was lid van de klankbordgroep bij de ontwikkeling van de MDR DBSG.
Belangenconflicten: geen.
Jolien Bueno de Mesquita is werkzaam als psychiater op de afdeling Angststoornissen bij PsyQ Haaglanden. Zij volgde haar opleiding tot psychiater bij de Parnassia Groep (2008-2013). Sinds 2012 is zij pleitbezorger voor de preventie van suïcide en suïcidaal gedrag in de Haagstreek, Parnassia Groep. Samen met Remco de Winter is zij bezig een onderzoekslijn op te zetten rondom suïcidaal gedrag binnen de spoedeisende psychiatrie (zgn. acute dienst) en mogelijk voorspellende factoren. Samen verzorgen zij nascholingen rondom diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. Haar promotieonderzoek betrof het onderzoek naar de voorspellende factoren bij borstkanker als leidraad voor het geven van aanvullende systemische behandeling, het 70-genen profiel in het bijzonder. In 2009 promoveerde zij bij de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam op dit onderwerp met het proefschrift getiteld Who needs adjuvant systemic treatment? Predicting prognosis in node-negative breast cancer; from bench to bedside. Van begin 2011 tot eind 2012 hield zij zich als vicevoorzitter van het bestuur van De Jonge Orde bezig met de portefeuilles kwaliteit en opleidingen. Daarnaast was zij in 2011 een van de oprichters van het Platform Medisch Leiderschap, waar zij nog steeds zitting heeft in het bestuur.
Belangenconflicten: geen.
Doelstellingen van dit nascholingsprogramma
Algemeen leerdoel: na afronding van dit nascholingsprogramma hebt u meer kennis van en inzicht in suïcidaal gedrag en suïcide. Verder hebt u globaal kennisgenomen van de Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag (MDR DBSG). U hebt zich verdiept in de risicotaxatie van suïcidaal gedrag en u hebt een specifieke interviewmethode, te weten de CASE-benadering, geleerd. U hebt inzicht in fasering bij klinische opname bij suïcidaal gedrag.
Dit leerdoel bereikt u na het afronden van dit programma doordat u:
- weet wat de (evidente) behandelingsmogelijkheden zijn bij acuut en chronisch suïcidaal gedrag, waaronder farmacotherapeutische opties;
- inzicht hebt in de klinische mogelijkheden van de behandeling van suïcidaal gedrag;
- enkele handvatten krijgt aangereikt die u kunnen helpen bij het handelen na suïcide.