De afgelopen twee decennia is er toenemend aandacht gekomen voor de gevolgen van negatieve ervaringen in de kindertijd op de volwassen leeftijd. Negatieve ervaringen, ook wel Adverse Childhood Experiences (ACE), kunnen risico geven op chronische gezondheidsproblemen, psychische stoornissen en problematisch middelengebruik. Negatieve ervaringen in de kindertijd zijn mishandeling, misbruik en verwaarlozing. Voorbeelden van psychische stoornissen bij volwassenen die het directe of indirecte gevolg zijn van negatieve ervaringen in de kindertijd zijn posttraumatische stressstoornis (PTSS), persoonlijkheidsstoornissen, somatisch-symptoomstoornis (waaronder conversie- en nagebootste stoornis), dissociatieve stoornissen en eet- en verslavingsstoornissen.
Psychiaters kampen in de dagelijkse praktijk regelmatig met diverse vraagstukken rondom diagnostiek en behandeling van psychische stoornissen samenhangend met vroegkinderlijke traumatisering. Zo is de vraag of de ingrijpende gebeurtenis(sen) in de kindertijd de focus van behandeling kan en/of moet zijn en wat gedaan kan worden als dit (nog) niet lukt. Hierbij speelt de (soms felle) discussie of ‘stabiliseren’ noodzakelijk is en hoe dan? Deze vragen komen vooral op als eerder EMDR of een andere techniek geprobeerd is zonder het beoogde effect, waarbij vaak niet helder is waarom dat effect niet bereikt werd. Was de techniek verkeerd uitgevoerd, het gekozen targetbeeld niet passend, te snel begonnen, te vroeg gestopt, was de therapeutische relatie onvoldoende? Ook kunnen diagnostische vragen spelen bij een stagnerend effect. Was er mogelijk een (gemiste) dissociatieve stoornis, een nagebootste stoornis, een ernstige persoonlijkheids- of gehechtheidsstoornis? Regelmatig wordt bij traumatisering in de jeugd de term complex trauma en/of complexe PTSS gebruikt en is onduidelijk wat hieronder verstaan wordt. In deze nascholing wordt aan deze onderwerpen en begrippen aandacht besteed.
Na een lang traject zijn eind 2020 de twee zorgstandaarden Psychotrauma- en stressorgerelateerde stoornissen en Dissociatieve stoornissen gepubliceerd. Deze beide zorgstandaarden geven veel informatie over diagnostiek en behandeling. Een andere belangrijke ontwikkeling is de vaststelling van Zinnige Zorg – Verbetersignalement PTSS in 2020 door het Zorginstituut Nederland met de belangrijke verbeterpunten dat meer mensen met PTSS een traumagerichte behandeling krijgen, er minder benzodiazepinen gebruikt worden, PTSS vaker wordt herkend en de informatie-uitwisseling tussen GGZ en huisarts wordt verbeterd.
In 2014 is een uitgave van AccreDidact verschenen over katatonie en dissociatie. Hierbij zijn deze twee toestanden beschreven als neuropsychiatrische toestandsbeelden in het kader van tal van aandoeningen, zowel psychische als somatische. In deze nascholing verdiepen we ons in de diagnostiek en behandeling van complexe posttraumatische stressstoornis (CPTSS) en de dissociatieve stoornissen. In BLOK A wordt ingegaan op de screening en diagnostiek van PTSS en dissociatieve stoornissen en het verschil en de overlap van symptomen bij PTSS, CPTSS, (borderline)persoonlijkheidsstoornissen en dissociatieve stoornissen. In BLOK B wordt de behandeling in grote lijnen besproken en wordt ingegaan op overeenkomsten en verschillen in de behandeling bij deze stoornissen. Hierbij komen de medicamenteuze behandelmogelijkheden aan de orde en hoe omgegaan kan worden met dissociatie in de spreekkamer.
Inhoud
BLOK A Diagnostiek
A1 Gevolgen van vroegkinderlijke traumatisering
A2 PTSS, CPTSS, dissociatieve stoornis en het onderscheid met (borderline) persoonlijkheidsstoornis
A3 Gebruik van screeningsinstrumenten en diagnostische instrumenten
A4 Casuïstiek
BLOK B Behandeling
B1 Bepalen van doel van de behandeling
B2 Theoretische grondslagen voor de behandeling
B3 Behandeling van PTSS, CPTSS, dissociatieve stoornissen
B4 Medicamenteuze behandeling van PTSS en dissociatieve stoornissen
B5 Omgaan met dissociëren tijdens een gesprek en grensoverschrijdend gedrag
Actie en verantwoording
Nadere bespreking van vragen bij casuïstiek
Literatuur
Toets voor Psychiaters 2022/4
Accreditatie
Voor dit nascholingsprogramma is onder ID 490173 voor 3 punten accreditatie toegekend.
Over de auteur
Desiree Tijdink is psychiater, psychotherapeut, relatie- en gezinstherapeut en supervisor. Ze is sinds 2019 werkzaam als teamleider zorg bij Top Referent Trauma Centrum Transit te Ermelo, dat onderdeel is van het Centrum voor Psychotherapie, GGZ Centraal. Daarnaast is ze docent bij RINO Utrecht. Sinds 2003 werkt ze op diverse afdelingen waar patiënten behandeld worden voor CPTSS of dissociatieve stoornissen en geeft ze onderwijs hierover. Ze was betrokken bij het maken van de zorgstandaard Dissociatieve stoornissen. Van 2011-2018 was ze plaatsvervangend opleider psychiatrie bij Altrecht.
De auteur heeft geen financiële banden met de farmaceutische industrie, ontvangt geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en heeft geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.
Doelstellingen
Na afronding van deze nascholing
- kent u de terminologie bij en kenmerken van complex trauma, PTSS, CPTSS, dissociatieve symptomen en dissociatieve stoornissen;
- weet u welke screenings- en diagnostische instrumenten u kunt gebruiken om PTSS, CPTSS en dissociatieve stoornissen te herkennen en vast te stellen;
- kent u de verschillende behandelmogelijkheden van CPTSS en dissociatieve stoornissen;
- weet u wat u kunt doen als iemand in het gesprek dissocieert en bij grensoverschrijdend gedrag.