WinkelmandjeBekijk/wijzig inhoud ×
  • Er zitten geen programma's in het winkelmandje.

Menu

2017/3

Infectiepreventie in mondzorgpraktijken

Auteurs: Laheij, A.M.G.A., Morsen, W.V.A., Soet, J.J. de en Volgenant, C.M.C.
4
Accreditatiepunten verlopen op: 15 december 2018
Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

Samenvatting

Het behandelteam in de mondzorgpraktijk wordt voortdurend blootgesteld aan besmettelijke materialen zoals bloed en speeksel. Om kruiscontaminatie te voorkomen, moet de infectieketen worden doorbroken. Men moet ervan uitgaan dat iedere patiënt een potenti-ele besmettingsbron is. Het nauwgezet volgen van de veiligheidsinstructies voor het omgaan met bloed of met bloedgecontamineerde materialen, het voorzichtig hanteren van scherpe voorwerpen, het correct uitvoeren van de reinigings-, desinfectie- en sterilisatiestappen, het uitvoeren van een goede handhygiëne en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn belangrijke maatregelen om een veilige werkomgeving te creëren. Gedisciplineerd werken en het gebruik van veilige injectiesystemen verkleinen eveneens het risico op contaminatie en prikaccidenten. Risicolopers en risicovormers dienen gevaccineerd te zijn tegen hepatitis B. Voorkomen is immers beter dan genezen. De opvang van en de nazorg voor degene die onverhoeds te maken krijgt met een bloedaccident, moeten goed geregeld zijn. Verspreiding van micro-organismen via de werkomgeving moet worden voorkomen door zichtbaar vuile vlakken eerst te reinigen en deze vervolgens tezamen met de overige werkoppervlakken te desinfecteren. Om verspreiding van micro-organismen via aerosolen tegen te gaan, moet de kwaliteit van het koel- en spraywater uit de behandelunit regelmatig worden gecontroleerd en moeten er, indien nodig, maatregelen worden getroffen om deze weer op het vereiste peil te brengen. Als instrumenten met de nodige zorgvuldigheid worden schoongemaakt, gedesinfecteerd en indien nodig gesteriliseerd, kunnen ze veilig worden hergebruikt. Hand- en hoekstukken nemen daarbij een aparte plek in, vanwege het technisch ontwerp en hun kwetsbaarheid. Daarnaast is het van belang dat het tandheelkundig behandelteam op een verantwoorde manier met desinfectiemiddelen omgaat. Enige kennis van de werking van deze middelen is dan ook onontbeerlijk.

Accreditatie

Voor dit nascholingsprogramma is KRT-erkenning voor 4 punten (onder ID276495) en Q-Keurmerk© toegekend.

Inhoud

  1. Woord vooraf
  2. Basisprincipes
  3. Immunisatie en accidenteel bloedcontact
  4. De werkruimte en het water van de behandelunit
  5. Desinfectiemiddelen
  6. Reiniging, desinfectie en sterilisatie


Auteurs

Dr. Alexa Laheij studeerde in 2002 af als psycholoog aan de Universiteit van Tilburg. Vervolgens studeerde ze in 2007 cum laude af als tandarts aan het Academisch Centrum Tandheelkunde (ACTA). In 2014 promoveerde ze bij de sectie Preventieve Tandheelkunde van ACTA op de rol van het orale microbioom bij orale mucositis. Tegenwoordig is ze werkzaam als tandarts in Voorschoten en als universitair docent bij de secties Preventieve Tandheelkunde en Orale Geneeskunde van ACTA, waar ze zich onder meer bezighoudt met hygiëne en infectiepreventie in de tandheelkunde. Ze was KNMT-lid van de commissie die de nieuwe richtlijn Infectiepreventie in mondzorgpraktijken heeft geschreven.

Wilma Morsen was tussen 2006 en 2012 werkzaam als infectiepreventiedeskundige bij het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Daarvoor werkte ze als medisch-microbiologisch analiste in het Leids Universitair Medisch Centrum, als infec-tiepreventiedeskundige in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis te Amsterdam en was ze adviseur voor zorgverleners in centra voor re-validatiezorg.

Dr. Hans de Soet is sinds 1976 als microbioloog en universitair hoofddocent werkzaam bij voorheen de afdeling Orale Microbiologie van de Vrije Universiteit te Amsterdam, die in 1984 opging in de sectie Preventieve Tandheelkunde van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Hij houdt zich bezig met onderzoek naar de relaties tussen micro-organismen en mondziekten. Daarover heeft hij ruim 100 publicaties geschreven. De laatste decennia heeft hij zich meer gespecialiseerd in onderzoek naar infectiepreventie in de tandheelkunde. Vanuit deze expertise heeft hij meegeschreven aan de richtlijn Infectiepreventie in mondzorgpraktijken van de KNMT.

Dr. Catherine Volgenant studeerde in 2009 cum laude af als tandarts aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). In 2016 promoveerde ze bij de sectie Preventieve Tandheelkunde van ACTA op het onderwerp plaque-autofluorescentie als indicator voor mondziekten. Ze is bij ACTA als onderzoeker verbonden aan de secties Preventieve Tandheelkunde en Orale Kinesiologie. Daarnaast houdt ze zich bij ACTA bezig met hygiëne en infectiepreventie. Ze is medeauteur van de door de KNMT uitgegeven richtlijn Infectiepreventie in mondzorgpraktijken.

Doelstellingen

Na het doorlopen van deze eLearning:

  • de methoden noemen die het risico op kruiscontaminatie in diverse situaties wegnemen en begrijpt u de rol die handhygiëne daarin speelt;
  • het doel en belang van persoonlijke beschermingsmiddelen aangeven en deze doelgericht kiezen;
  • de beschermende functie van vaccinaties aangeven en in het bijzonder die tegen hepatitis B;
  • de betekenis aangeven van de biofilm die zich in de waterleidingen van de behandelunit vormt en kunt u deze beheersen;
  • conform de huidige regelgeving met desinfectantia omgaan;
  • aangeven welke methoden geschikt zijn om de diverse categorieën instrumenten gereed te maken voor hergebruik.

Video's bij dit programma

Let op: toegang tot aanvullende content is voorbehouden aan deelnemers
Dit programma is niet meer geaccrediteerd en kan daarom niet meer worden aangeschaft

Inloggen